![]() Terwijl ik dit schrijf voel ik nog steeds het verrassende gevoel bij het schitterende licht van de reusachtige maan in de vroege uren van deze morgen. Maanlicht voelt altijd alsof het je lichaam zachtjes overspoelt en dan de geest streelt. Ik word echter afgeleid van het denken over het maanfeest van Pasen, de link met oestrogeen en de eeuwig smeltende en groeiende fasen van de maan. Die afleiding komt door een continu rauw geluid, zoals een voetbalmassa die het winnen van een kampioenschap viert, dat mijn kamer binnenstroomt door de open ramen voor mijn bureau met uitzicht op het meer van Bonnevaux. Kikkers in volledige koordisharmonie. Zoals het boek dat ik heb geraadpleegd het zegt: jongenskikkers ontwaken uit hun winterslaap met maar één ding in gedachten en dameskikkers die bol staan van kikkerdril leggen dat en voordat je met je ogen kunt knipperen is het bevrucht. “ Ik stond op uit de dood nadat ik de angel van de dood had uitgetrokken en de banden van de hel had losgemaakt ... want, zie, de winter is ten einde, de regen is voorbij. De bloemen verschijnen op de aarde. Ik ben opgestaan uit de dood, ik heb vrede aangeboden.” (Origenes: Preken over Hooglied) De lente. De kalme, vreedzame, invloedrijke maancyclus die vorm geeft aan de religieuze en landbouwkalenders en aan onze gemoedstoestand. De waanzinnige fixatie en het ongeduld van de paringsrituelen. Energie die opstijgt in het lichaam en uitbarst in de geest. Verrijzenis vindt plaats zowel in de natuur als in onze psyche, die haar weerspiegelt. Een misstap maken in de dans tussen de innerlijke en uiterlijke ritmes verstoort alles. Velen hebben dit verstaan door hun ruwe ontmoeting met het virus, één gezicht van de natuur in de afgelopen weken. Het verschil tussen de opstanding van Jezus en de biologische cyclus van de natuur is dat in Hem de cyclus van dood en wedergeboorte niet wordt herhaald, maar overstegen. Het is waar dat we vele sterfgevallen en wedergeboorten blijven ervaren; zoals altijd - hoe dieper de dood, des te hoger de wedergeboorte. Maar door elke cyclus in ons persoonlijke en collectieve leven heen, kunnen we beter ademen in het licht van de Opgestane die nooit meer zal sterven: Jezus, en we verliezen en vinden onszelf in Hem. De corona-crisis heeft voor veel mensen de dood betekend, talloze soorten lijden en misschien de dood van een manier van leven. We wisten al lang dat die niet langer in stand te houden was. Onbeheerste groei is kanker. Pasen herinnert ons eraan dat we niet bang hoeven te zijn voor verandering of dood als we eenmaal toegewijd zijn aan het echte leven. Ons spirituele pad, welke vorm het ook aanneemt, is die toewijding. Naarmate we grondiger de cyclus van dood en opstanding ingaan, worden we ons meer bewust van de universele waarheid ervan, dat het het model van al het zijn is. We beginnen te begrijpen wat Mysterie is ... Het is de cyclus waarop elk half uur van meditatie is gebaseerd: de dood aan de bezitsdrang en trivialiteit die ons ego bezighouden en een opstanding naar de vrijheid die aanbreekt wanneer we onszelf vinden door volledig naar de Ander te kijken ... Elke dag sterven we en staan weer op tot nieuw leven. Toch is het ook waar dat er maar één dood is en één opstanding die Jezus onderging voor de hele schepping. (John Main, Van woord naar stilte) Met Liefde, Laurence
0 Reacties
![]() Familie of geliefden die wachten naast iemand op de intensive care of - zoals in de corona-crisis - niet naast hen mogen staan, maar op een afstand wachten op nieuws - zolang er maar adem is, is er hoop. Hoe dichtbij het onvermijdelijke ook kan zijn, het is een andere tijd, een wereld van afstand. Maar als het komt, en de laatste adem stokt, als er geen volgende inademing is, treden we in het summum silentium van de dood. De grote stilte. In kloosters verwijst dit naar de stilte die de monniken strikt in acht moeten nemen na het nachtgebed. Het is echter niet ongewoon voor monniken om na die grotestilte via “zoom” of “chat” te praten met iemand in de gemeenschap. Met de dood is er echter geen keuze, stilte kan alleen maar in acht genomen worden. We kunnen de dood niet beetnemen. En het is schokkend hoe machteloos we zijn. Zoals kinderen die denken dat ze kunnen krijgen wat ze willen door te drammen, door te charmeren, door te huilen, door dreigen, geven we uiteindelijk op en geven we toe dat we verslagen zijn. Wat weg is, is weg. Hoe vaak we ook gesprekken met de doden herhalen, we zullen ze nooit meer horen of zien als voorheen... Foto's, oude brieven, persoonlijke voorwerpen die we koesteren zijn slechts magere troost en na een tijdje worden ze belemmeringen voor de nieuwe relatie, die wordt gevormd in het graf dat zich langzaam ontwikkelt tot een baarmoeder. De onverzettelijke, compromisloze stilte van niet-communicatie, het niet kunnen maken van contact, om te weten wat de overleden persoon zou kunnen zien of voelen - als er al iets is. De stilte bij het zich afvragen of het hun iets kan schelen - of ze ergens zijn, in welk soort van bestaan dan ook, waarin ze zouden kunnen geven om degenen die hen missen. Uiteindelijk laat het rouwproces de beroofde toe om het klaarblijkelijke en het onvermijdelijke te aanvaarden... Alhoewel ze nu een ander gewicht in hun bezwaarde hart moeten dragen, gaan ze verder. Als we de dood sterven, toont de summum silentium tekenen van leven. Groene scheuten uit levenloze grond. Dit betekent niet dat de berichten van de doden doorkomen op een druk netwerk, maar... dat de stilte dieper wordt. We worden beter in staat om naar de stilte te luisteren zonder ze te vullen met onze verlangens, angsten en verbeelding. Het wordt simpele aanwezigheid. Eenvoudig maar intensiever aanwezig dan alles waarvan we eerder dachten dat echt was. Tussen de lijnen van deze pandemie en de pijnlijke, niet onbetekenende verstoring die ze teweeg brengt, zouden we instaat moeten zijn deze grote stilte te horen. Als we er nog geen hebben, of het is in verval geraakt, dan is dit het moment om een spirituele praktijk te beginnen of te hernieuwen. Het is tijd om in te zien hoe noodzakelijk de stilte van de dingen is voor het overleven. De stilte die het leven bekrachtigt door de dood. Hier in Bonnevaux heb ik tijdens mijn wandelingen gemerkt hoeveel meer aanwezig en vriendelijker de vogels en dieren lijken. Ik stel me voor dat dit mijn projectie is. Ik ben degene die veranderd is, niet zij. Maar wie weet? Misschien gaat het uiteindelijk toch om de relatie, niet alleen om het observeren of geobserveerd worden. Het is tijd om opnieuw te beginnen met de Vasten. Met Liefde, Laurence ![]() Het doet ertoe hoe we sterven. En hoe we sterven hangt af van hoe we sterven benaderen. Dat hangt onvermijdelijk af van hoe we geleefd hebben. Hoe we leven hangt af van hoeveel we van de liefde geleerd hebben. In veel wijsheid tradities wordt de dood geassocieerd met een crisis - het woord ‘krisis’ betekent oordeel. Er moet een afrekening worden gemaakt en net als bij het invullen van een belastingaangifte kijkt niemand er naar uit maar het is niet zo erg als het lijkt als je eenmaal je zinnen erop hebt gezet. Hoe ingewikkelder je zaken, hoe langer het duurt. Maar in tegenstelling tot belastingaangifte kan je niemand betalen om het voor je te doen. Als we sterven, worden we allemaal kluizenaars en als we eerder eenzaamheid nog niet hebben begrepen zullen we die leren kennen in deze laatste levenscrisis. De Egyptenaren zagen het laatste oordeel als een afweging van het menselijk hart tegen de veer van de waarheid. Als het hart van de overledene te zwaar, te onzuiver was, zou de godin van de waarheid het verslinden en de ongelukkige ziel zou worden gearresteerd op haar reis naar onsterfelijkheid, vastgezet in een tussenliggend voorgeborchte of onderwereld. Dus, bang als ze waren voor het onbekende hiernamaals, waren mensen gewoon om te bidden voor een heilige dood. Dit betekende vreedzaam het leven, zijn gehechtheden en geliefden loslaten. Zelfs als de pijn hevig was kon men een waardige gelijkmoedigheid bewerkstelligen, geen gedoe rond dramatisch klagen over die ‘donkere nacht’ waar de romantische dichter Dylan Thomas van zei dat we er niet zachtjes binnen moeten gaan. Hij zei dat we eerder zouden moeten, 'razen tegen het verbleken van het licht'. Maar naast de getuigenis van een heilige dood klinkt dit beschamend puberaal. Hoe zit het met Goede Vrijdag in het midden van deze pandemie waarin zo velen zijn gestorven, en die nog vele anderen zal wegnemen voordat die is afgelopen. Als we de Vasten hebben gevolgd - en wat een vastentijd was het in 2020 - zouden we een beetje meer klaar moeten zijn om de dood in de ogen te kijken en onze diepste angst onder ogen te zien. Wanneer angsten worden overwonnen, brokkelen ze af. Alleen als we ervan wegrennen worden ze monsterachtig en verpesten ze ons leven en ons vermogen om lief te hebben. Zelfs de dood van wie ten onrechte beschuldigd werd, van kinderen, slachtoffers van genocide of van sociale ongelijkheid (zoals we zien in de cijfers van de slachtoffers van Covid 19), zelfs de meest verontrustende sterfgevallen leren ons over het leven. Yama de mythische god van de dood in de Katha Upanishad is een leraar van de mensheid. Zo is de volledig menselijke, historische Jezus geworden wat hij onderrichtte, niet alleen in wat hij predikte, maar ook in hoe hij leefde en stierf binnen wat hij leerde. Als wij sterven zoals we leefden, is ons sterven een geschenk, een authentieke leer op zichzelf voor degenen van wie we afscheid nemen. Zelfs in verdriet kunnen we de genade van een heilige dood voelen en zijn vreugdevolle, geboorte-achtige expansie en bevrijding. Elke dood, Jezus laat het ons zien, kan verlossend zijn. Hij raasde niet tegen het vervagen van het licht. Hij zag het rijzende licht. Gesproken vanuit dit niet communiceerbare ontwaken, verlichten zijn laatste woorden ons: ‘Ik heb dorst’. Vandaag ben je met mij in het paradijs. Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. Vader, in uw handen leg ik mijn geest. Het is volbracht. Met Liefde, Laurence ![]() ‘Doe dit ter gedachtenis aan mij’. Jezus zegt dit tijdens het Laatste Avondmaal, dat zich ontwikkelde - en zich nog steeds ontwikkelt in het christelijk leven - als de Eucharistie. We ‘gedenken’ hem als leden van zijn mystieke lichaam en deze herinnering voedt ons en helpt ons te groeien. Het is voedsel voor de reis, een genezing van de menselijke conditie, een viering van het leven zoals het kan worden beleefd met de krachten van vergeving, gelijkheid en delen. Het is natuurlijk symbolisch. Maar symbolen zijn transformatiekrachten. Er zijn verschillende soorten manieren van gedenken. Er is een herinnering van woede en wrok die we wraak noemen. Er is nostalgie, spijt en verdriet over wat verloren is gegaan in de tijd. Dit soort gedenken maakt dat we blijven terugkijken. Ze slagen er niet in om het verleden in het heden te integreren. Ze kunnen ons niet voorbereiden op wat er straks komt in de loop van de tijd, de onbekende toekomst. Deze vormen van gedenken leiden ons niet naar het huidige moment. Ze zijn niet de manier om 'in gedachten te houden' waar de Eucharistie over gaat. In een contemplatieve Eucharistie, zoals we die vieren in Bonnevaux (en elke zondag online doen), is het gemakkelijker om de aanwezigheid van Christus in het eeuwige nu te voelen, het huidige moment waarin het verleden wordt genezen en waar we vernieuwd worden om te bouwen aan de toekomst. Veel van de lezers van deze dagelijkse overwegingen zijn sinds het begin van de vasten gedwongen om steeds meer eenzaam en zelfs geïsoleerd te worden. Ik sprak vandaag met een mediteerder die al twee weken in quarantaine zit in een hotelkamer. Hij kan het goed aan, vertelde hij me. Hij heeft de televisie helemaal niet aangezet. Op sommige dagen voegt hij een derde meditatie toe aan zijn gebruikelijke ochtend- en avondsessies. Hij houdt online contact met familie en goede vrienden en hij is gestart met een creatief werkproject dat hem opslokt. Hij begon de gedwongen eenzaamheid en dramatische vertraging met het voordeel van een reeds bestaand spiritueel pad. Hij is blij dat hij gauw naar huis gaat, maar hij heeft veel geleerd van de ervaring en is er dankbaar voor. Hij voelt dat hij anders, eenvoudiger en meer dankbaar zal leven. Voor veel anderen is de vertraging of eenzaamheid niet zo eenvoudig. De tijd drukt zwaar op hen. Ze voelen zich rusteloos, eenzaam, geïsoleerd, vergeten, verlaten. Als we pijn hebben, is het normaal om afleiding te zoeken, ‘de zinnen te verzetten ‘. Maar afleiding kan een probleem op zichzelf worden en slechts tijdelijke verlichting bieden. Naarmate het meer verslavend wordt, zijn er hogere doses nodig om hetzelfde resultaat te bereiken. Velen van ons zijn al verslaafd aan bepaalde vormen van afleiding. Als we onszelf in huisarrest bevinden, kan dit betekenen dat we de dosis automatisch verhogen of instinctief zoeken naar andere manieren om het probleem op te lossen - wat ze niet doen. Het kan ook een gelegenheid zijn om te ontdekken wat een spiritueel pad en praktijk betekent. Meditatie lost het Covid-19 probleem niet op. Als het virus vóór meditatie besmettelijk is, zal het daarna nog steeds besmettelijk zijn. Maar een eenvoudige dagelijkse beoefening van meditatie zal ongetwijfeld de manier veranderen waarop je de crisis benadert en het hoofd eraan biedt. Met Liefde, Laurence ![]() Het virus is misschien al langere tijd fysiek in mensen aanwezig geweest. De omstandigheden kwamen samen om deze vreselijke mutatie te vormen die wij nu ervaren. Uiteindelijk zullen we de techniek begrijpen en een vaccin vinden. Persoonlijk geven wij het virus niet de schuld voor wat het aanricht, net zomin als we de meteorologische omstandigheden de schuld geven van natuurrampen. Het zou echter dwaas zijn om niet te vragen naar het menselijke element – gebrek aan respect voor het milieu, sociale onrechtvaardigheid, uitbuiting van de zwakken – bij het creëren van die rampzalige omstandigheden. Want elk gevolg heeft een oorzaak. Maar op menselijk niveau – gisteren dacht ik na over het karakter van Judas en ons vermogen tot verraad – kan persoonlijke verantwoordelijkheid niet worden vermeden. Wij wijzen altijd wel ergens naar met een beschuldigende vinger. De man van een vriendin van mij gaf haar in een bepaald jaar een onwelkom Kerstcadeau door te bekennen dat hij de afgelopen tien jaar een affaire had gehad met haar beste vriendin. In een oogwenk (dezelfde tijd die Satan nodig had om in Judas te varen) bracht hij het virus van de ontrouw over dat haar wereld van binnen en van buiten verbrijzelde. Het kost niet veel tijd om iemand te doden. Maar later toen haar leven zich opnieuw vorm begon te krijgen, vertelde ze me dat ze nog steeds woedend op hem was, maar dat ze ook kon zien hoe het gebeurd was. En ze kon haar eigen betrokkenheid zien bij de omstandigheden onder de ineenstorting van hun relatie. Hij was heel gestrest geworden op zijn werk en emotioneel afstandelijk. En ze had hem toegestaan zich steeds meer af te zonderen, waarbij ze zichzelf ervan overtuigde dat dit de beste manier was om hem lief te hebben. Deze week beleven we het verhaal van de laatste dagen van Jezus. Het is een basisverhaal in het collectieve geheugen van de mensheid. Het helpt ons om het verhaal van ons leven te lezen en zin en betekenis te zien in het zinloze, licht zien in de duisternis. Het zien van duisternis is het begin van spirituele visie. Wat het verhaal ons niet toestaat is de waarheid ontwijken of de realiteit ontkennen. Tenzij we inzicht krijgen in de betekenis van ons eigen verhaal zullen we veroordeeld zijn om het werk van duisternis te herhalen tot ons levensverhaal eindigt. We weten dus niet waarom Judas de archetypische verrader werd. En als we dat wél zouden weten, zou dat het verhaal te persoonlijk maken en beletten dat het een basisverhaal van de mensheid zou zijn. Alles wat we kunnen zeggen is dat onze duistere daden gebonden zijn aan wat de duisternis eerder in ons heeft aangeraakt en getraumatiseerd. Wie heeft Judas verraden? Waarom kon hij het licht niet verdragen? Wat de oorzaak ook was, zijn verraad leidde tot de climax van de duistere krachten van het lijden van Christus. Vanaf dit moment van duisternis wordt Jezus de Christus: zijn lijden is universeel geworden. Wij lezen het verhaal door het toe te staan ons te lezen. We zien hoe ons lijden en onze duisternis al in het verhaal begrepen zijn. We aanvaarden eenvoudigweg wat we niet kunnen vermijden. Met de wijsheid die dit brengt, doordringen we de duisternis. We hebben alleen een pad nodig dat ons naar en door de duisternis leidt. Het pad is onze gids door het duister. ‘De heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over mij, maar zo zal de wereld weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan’. Joh. 14: 30-31. . Met Liefde, Laurence ![]() Het evangelie van vandaag (Joh 13:21-33,36-38) is zeer vreemd. Het is een mysterieus moment in het verhaal dat deze week onze aandacht trekt, een verhaal waarin we onszelf zouden moeten vinden. Als we onszelf niet terugvinden in het verhaal, dan zullen we Jezus ook niet vinden. Hij zit aan het avondmaal en valt in ‘een diepe beroering van de geest’. Hij nadert het einde van zijn leven niet met koel stoïcisme. Maar hij is ook niet in paniek. Filosofisch, is de dood iets wat we kunnen objectiveren, op afstand zetten. Het is daarbuiten ergens, iets wat anderen raakt. Maar, zoals de huidige crisis heeft aangetoond, is het niet ergens daarbuiten. Vroeg of laat, komt het voor ons allemaal. Beter voorbereid te zijn, en wat is een betere manier dan het sterven te oefenen? Een spiritueel pad isoleert ons niet veilig van het harde feit van onze eigen sterfelijkheid. Jezus beefde ervoor. Maar diep gebed toont ons wat de dood - de grote onbekende - werkelijk is. Meditatie - of je nu gelooft of niet - is diep gebed. We vangen een glimp op van de geest van Jezus telkens als we in onszelf zien hoe meditatie ons gevoeliger en kwetsbaarder maakt voor het lijden; maar ons ook bevrijdt van het instinct om terug te slaan naar diegenen die ons kwetsen. Lijden komt in vele vormen: op dit moment in het verhaal is het als de rauwste pijn van een intiem verraad, de dood van de liefde. Jezus vertelt de leerlingen rechtsreeks dat één van hen hem zal verraden. Ze zijn verontrust en beginnen onderling te fluisteren over wie het wel zou zijn. Petrus vraagt Johannes, de leerling die Jezus het meest nabij is en die naar hem lag, om hem te vragen wie het zou zijn. Jezus geeft toe; zoals een intieme vriend deelt hij alles. Hij geeft een stuk brood aan Judas, als teken dat hij degene is wiens naam voor eeuwig vervloekt zal zijn in de geschiedenis na die nacht. Op dat ogenblik ‘wordt Judas bezeten door satan’. Dit is een duistere omkering van wat zou moeten gebeuren. Het brood dat Jezus aan Judas gaf, is hetzelfde waarmee Jezus zich identificeert: ‘dit is mijn lichaam’. Door het brood te geven, geeft hij zichzelf, zoals elke Christen die de Eucharistie viert op een manier aanvoelt. Maar Satan? Plots wordt dit zoals een zwarte mis, van het soort dat duivelaanbidders vieren. Niet het ontvangen van de heilige communie, maar godslastering, het ontketenen van de donkere perversie van zelfvernietiging. Het menselijke hart is goed, goddelijk. Mensen geven zichzelf, zoals de 600.000 die zich in Groot-Brittannië in 24 uur opgaven als vrijwilliger om andere mensen te helpen in deze crisis. Maar er is ook een kern van duisternis om rekening mee te houden. Er zijn splinters van die duisternis in ieder van ons. In mensen, zelfs bij degenen die intiem zijn, kan de duisternis persoonlijk en bewust worden: de mensen die hoestten in het gezicht van de politieagenten die hen vertelden dat ze de social-distancing regels overtraden; de pedofiel die keurig voor zijn slachtoffer zorgt; de seriemoordenaar; de verslaafde; de mensen die gecorrumpeerd zijn door macht of rijkdom. Dezelfde duisternis wacht, onbewust en onpersoonlijk, in de miljarden Covid-19 virussen die zouden passen in de ruimte ingenomen door ter grootte van dit punt. We weten niet veel over het virus of waarom Judas zijn leraar en vriend Jezus verraadde. Duisternis is donker. Het evangelie zegt dat toen Judas de tafel verliet om Jezus te verraden, ‘de nacht viel’. Met Liefde, Laurence ![]() Hier in Bonnevaux vanuit het raam van mijn studeerkamer heb ik een geweldig uitzicht. Het kijkt uit op het meer en de vallei die naar beneden leidt naar wat wij de Boom van Verrijzenis hebben genoemd. Dit is een oude eik waar we vorig jaar voor het eerst het Paasvuur op Paaszaterdagavond hadden aangestoken. We hopen hetzelfde te kunnen doen, hetzelfde ritueel in een heel andere wereld, in enkele dagen tijd. Ik zal zien of we een foto kunnen plaatsen van dit uitzicht en de boom op de’ Daily Wisdom’ mailing van die dag. Nu het weer warmer wordt en de bomen snel groener worden, open ik vaker het raam terwijl ik hier schrijf. Terwijl ik dit juist doe zie ik één van de Bonnevaux katten rondsluipen op zoek naar een prooi. Het keek op naar mij en uitte een zielige miauw en hervatte vervolgens zijn zoektocht. Op het meer werken de kikkers aan hun voorjaars- liefdesrelaties met veel lawaai en plotseling stiltes. De vogelzang is meer 3-D geworden. Alle dieren zijn onze vrienden, zelfs de griezelige duizendpoot die me gisteravond bang maakte toen ik naar de keuken ging. We hebben hun gezelschap nodig evenals onze menselijke vrienden. Misschien behandelen we beide wel beter vanuit wat we deze dagen in afzonderingleren. Door de frissere, schonere lucht na een verminderde vervuiling, komen golven van nieuwe geuren. Onze vriend, de natuurlijke wereld, is in staat zichzelf met ons te delen en herinnert er ons aan hoe wij – samen- tot iets groters behoren. Het evangelieverhaal van vandaag opent met een diner onder vrienden, Jezus, Martha en Maria. Hun broer Lazarus werd uit de doden opgewekt. Zoals al degenen opgewekt, hersteld en opgestaan, was hij hersteld in dit zelfde leven van gezelschap, wetend waar we thuis horen, maar op een nieuwe manier. Hij is ook bij het diner. Maria komt de kamer binnen met een zeer dure zalf, puur nardus. Het groeit in de Himalaya van China, Nepal en India. Toen ik een paar weken geleden in Israël was, kreeg ik er een flesje van en heb het opnieuw geroken. Het is amberkleurig en wordt gebruik voor medicijnen, wierook ( in de Tempel in Jeruzalem) en als parfum – drie doeleinden met verbonden betekenissen. Maria gebruikte dit kostbare ding om de voeten van Jezus te zalven en droogde zijn voeten met haar haren af. De vier evangeliën vertellen het verhaal met variaties. In Lucas bijvoorbeeld, is de vrouw een zondares, vaak beschouwd als een prostituee. Het zalven van de voeten was een gebaar van respect, alhoewel het detail van het haar anders en ongewoon is. In Johannes’ versie herleidt Judas het mysterie en ritueel tot het materiële niveau en klaagt over de verkwisting. Jezus verdedigt de vrouw, verwijzend naar de dag van zijn begrafenis, waarvan we weten dat het te vroeg zal zijn. Deze verschillende beschrijvingen creëren een gevoel van onzekerheid , de onmogelijkheid van rationele nauwkeurigheid: een overgangsperiode het naderen van een hoogtepunt en nieuwe tijd. Onzekerheid – zoals we nu ervaren in deze pandemie – kan ook ten volle mysterieus en betekenisvol zijn. Als we weten hoe we moeten leven met onzekerheid en openstaan voor het mysterie kunnen we de betekenis ruiken, zoals de mensen in het verhaal de geur van nardus ruiken die het ganse huis vult. Met Liefde, Laurence ![]() Vandaag lezen we in de eucharistie het hele lijdensverhaal, van het Laatste Avondmaal tot Jezus die zijn geest geeft op het kruis. De meesten van jullie die deze laatste zin lezen weten wel wat ik bedoel. Laten we echter de generatie onder ons niet vergeten die geen flauw idee heeft wat ik bedoel. Toch hebben we allemaal geweten, of zullen we weten, wat het is om het verlies te lijden van iemand waar we intens om geven en wat het betekent om te leven met hun nieuwe en eindeloos vreemde afwezigheid. Ik sprak vanmorgen met een vriendin wier vader plotseling aan een hartaanval is overleden. Zij en haar moeder, die met ons verbonden waren op WhatsApp, werden in de paar minuten dat hun geliefde vader en man stierf, naar een andere wereld verplaatst. We hebben maar weinig woorden voor wie net in smart gedompeld is. Het is makkelijker om over kosmische mysteries te spreken dan over persoonlijk verlies. Toch kan de eenvoudige, zorgzame aanwezigheid van anderen in tijden waarin het leven op zijn kop gezet en binnenstebuiten gekeerd wordt, voorkomen dat we instorten of gek worden. Als we zien hoe ingrijpend de invloed van deze plotselinge pandemie is en hoe die de wereld zo plotseling tot stilstand heeft gebracht, en huiveringwekkende schokken door elk aspect van ons leven stuurt, dan is de behoefte aan persoonlijke verbondenheid nog nooit zo kostbaar geweest. Hier in Bonnevaux ondersteunt het regelmatige ritme van ons dagelijks leven, meditatie, werk, lezen, conversatie en vriendschap ons terwijl we proberen het geschenk van een spirituele praktijk te delen met anderen over de hele wereld door middel van online gebeurtenissen en berichten. Vanmorgen ontmoette ik in een online-meditatie het personeel van De Singaporese DPA Architecten - die toezicht houden op de renovatie van Bonnevaux - vanuit hun kantoren over de hele wereld, van Shanghai tot Londen. De website van het Contemplative Pathprogramma zal binnenkort online zijn. In onze nieuwe vertraagde, gesloten wereld is de manier waarop we slingeren tussen het globale en het lokale nog nooit zo duidelijk geweest. Of we nu online surfen of praten, of naar de aanliggende kamer of in de tuin lopen, we voelen hoe we wezens zijn die bestaan omdat we verbonden zijn, of verbinding zoeken, of rouwen om verloren relaties. We leven op aanwezigheid, niet op brood alleen. Het plotse verlies, van wat ons doet open bloeien, snijdt ons de adem af. Omdat het pijn doet, denken we misschien dat we iets hebben gedaan waardoor we dat verdienen of voelen we ons uitgepikt door een buitenaardse kracht. We voelen ons ook gedesillusioneerd omdat we ervan uit gingen dat de dingen wel zouden blijven zoals ze waren zolang we ze op die manier nodig hebben. Het is niet fout om dit voelen. Het is vreemd, maar uiteindelijk heeft het wel een zekere zin. Maar dan is er nog de banaliteit van het verdriet. Het plotselinge verlies is melodramatisch, beslissend. Maar climaxen veranderen langzaam in routines van leven met verlies, meer traagheid en lusteloos verdriet. Het is dan, dat we het meest behoefte hebben aan een pad, een praktijk die hoop geeft door het ervaren van verbinding met een eeuwige bron van zijn in ons. Dit is het aanbreken van het tijdperk van de Opstanding. Dit is de betekenis van de Heilige Week (of je nu weet wat dat betekent of niet) die we vandaag beginnen. Hier in Bonnevaux zouden we dat graag online met u delen, dag na dag, met elkaar verbonden. (www.wccm.org) Met Liefde, Laurence ![]() In een crisis, met het gevoel onzeker te zijn over hoe of wanneer het zal eindigen, als je talloze meningen en voorspellingen hoort van mensen die net iets hebben gehoord waarvan ze willen dat je het gelooft, wat is er dan te doen, behalve gewoon 'het volgende doen'? Dikwijls vinden we de moed, waarvan we niet wisten dat we die hadden, door eenvoudigweg met vertrouwen en zonder uitstel dat te doen wat dient gedaan te worden. De grote vijand is altijd om onder invloed van angst alles uit te stellen. Gehoorzaam zonder dralen, zegt Benedictus. In crisistijden weten we amper wie of wat we gehoorzamen. En dikwijls, niet wetende wat het volgende en daaropvolgende zal zijn, blijken de zaken beter te verlopen dan dat we hadden durven hopen of ons inbeelden. Crisis kan ons op vele wijzen overkomen. Ze kan je heimelijk besluipen of je plotseling zijdelings overvallen en u doen uitglijden op een glibberig pad. Een echte crisis is altijd meer dan een tijdelijke uitdaging of verwarring. Ze is de volgende morgen nog aanwezig en de morgen daarna en voor zover je maar kunt kijken. Geen enkele mate aan verbeelding of wensen kan terugdraaien wat gebeurd is. Dat is nu eenmaal de onafwendbare misselijk makende finaliteit. Desondanks neemt de crisis steeds nieuwe vormen aan, nieuwe angsten, nieuwe vragen over het waarom en of er een einde aan komt. Zal je het overleven? In deze tijdelijke verwarring kan deze vraag je weer tot bezinning brengen: ”natuurlijk zal ik het mettertijd wel te boven komen” zeggen we bij onszelf. Maar in een echte crisis weet je het nooit. Je weet alleen dat er een reële mogelijkheid is dat je het niet overleeft. Misschien is dit wel de laatste. Hoop hangt af van het onder ogen zien van die mogelijkheid. In een echte toenemende crisis ga je je realiseren dat er nooit een terugkeer zal zijn naar de toestand ervoor en toch ben je niet zeker dat hetgeen voor ons ligt een afgrond is of een nieuwe wereld. De tijd zal leren welk soort crisis dit coronavirus heeft veroorzaakt. Velen hebben het gevoel dat het leven nooit meer hetzelfde zal zijn, dat het herstel moeilijk zal zijn en dat er fundamentele wijzigingen zullen zijn ten goede of ten kwade. We kunnen ook niet weten of we en hoelang we ons de lessen zullen herinneren die we geleerd hebben in de moeilijkste periode ervan. Dat behoort allemaal tot de middellange of lange termijn. Waar we nu voor staan is het volgende wat ons te doen staat, in de afzondering, werkend van huis uit of afhankelijk zijn van anderen om ons in leven te houden of ons voedsel te bezorgen. Zullen we ons als waanzinnigen gedragen of gaan we ons voorzichtig en moedig onderdompelen in het nu moment en met aandacht onze taak vervullen? We moeten vasthouden aan het mentale evenwicht terwijl we leren om zoveel gewoontes van de geest los te laten die ons in het verleden uit balans brachten. Dit is wat ik bedoel met het vinden van een contemplatieve weg door de crisis. Het gaat er niet om plotseling religieus of vroom te worden. Het komt eropaan dat we leren afstand nemen van angst, van vrees en van onze gewoonte om altijd achter het hoekje te kijken om zo de toekomst te voorspellen en te beheersen. Meditatie is de weg om ons hierin te trainen. De vruchten van de meditatie zijn veelvuldig en ronduit revolutionair. Maar verwacht geen dramatische belevenissen of openbaringen. Wacht tot je ziet dat je met kalmte en helderheid je volgende taak vervult, ondanks een gevoel van angst of vrees. Dat toont aan dat je op het contemplatieve pad bent en dat het leven doel en richting heeft. Tweemaal daags mediteren is die volgende taak. Met Liefde, Laurence ![]() Hoewel de reacties op het Contemplative Path programma ons online hebben gehouden en in contact hebben gebracht met de mediteerders over de hele wereld, hebben we hier in Bonnevaux een regelmatig, rustig leven geleid. Maar gisteren verstoorde ik de rust door het brandalarm in huis af te laten gaan toen ik in mijn studeerkamer een vuurtje probeerde aan te steken omdat het hier opeens kouder werd. Mijn mislukte poging veroorzaakte rookwolken die de kamer in bliezen in plaats van door de schoorsteen. Ik dacht dat ik inmiddels geleerd had hoe je met hout een vuur kunt maken in een kleine open haard. Maar alweer ontdekte ik opnieuw hoe weinig ik weet en hoe gemakkelijk het is om fouten te herhalen. Om een vuur aan te steken begin je natuurlijk met papier. Hoeveel er moet worden neergelegd, is altijd een moeilijke beslissing. Vervolgens voeg je aanmaakhout, kleine stukjes hout of karton toe. Je kunt er niet zeker van zijn dat het hout droog genoeg is en soms hindert het je in je pogingen om het te doen ontbranden. De aanmaakblokjes die ik vervolgens toevoeg, zijn irritant temperamentvol en gaan meestal uit zodra je er iets op legt. Of ze vallen tussen het hout en het papier en ik probeer het vuur te redden door het papier aan te steken. Dit levert een aanvankelijke bevredigende gloed en een trillend gevoel van ‘prestatie’ op. Ik voel me succesvol, of om eerlijk te zijn, gewoon gelukkig. Maar het is een valse hoop. Sommige kleine stukjes hout vatten uiteindelijk aarzelend vuur. Ik hoop dat dit zich zal verspreiden naar de grotere stukken hout die ik klaar houd om toe te voegen. Omdat ik erg ongeduldig ben, leg ik de grotere blokken meestal te snel op de nieuwe vlammen. Ik hoop, stel ik mij voor dat ze snel vuur zullen vatten. Maar na een tijdje dooft alles uit. Ik heb te veel gevraagd van de kleine vlammen en verwachtte te veel. Weldra blijven er nog maar een paar brandende sintels over. Op dit moment is het gemakkelijk om te wanhopen. Het is geen groot probleem in het leven, een vuur aansteken, maar de kleinste teleurstelling kan tot donkere momenten van wanhoop leiden. Alleen al het kwijtraken van uw autosleutels kan een reeks eerdere, meer pijnlijke verliezen in uw leven terug oproepen. Waarom niet gewoon de elektrische haard inschakelen? Maar mijn Ierse vastberadenheid vecht tegen wanhoop. Ik ren naar buiten om een nieuwe voorraad kleine stukjes hout op te halen. Als ik terugkom, zijn de sintels bijna uitgedoofd, maar ik leg de nieuwe aangebrachte stukjes hout er voorzichtig op. Ik gooi er ook een van de ongebruikte aanmaakblokjes in. Wat valt er te verliezen? Liggend op de vloer blaas ik lang en hard in de gloeiende sintels en uiteindelijk verschijnen er een paar heerlijke vlammen. Bemoedigend maar niet te vertrouwen. Ongeveer een uur later, na veelvuldige interventies en bijna-doodervaringen, brandt het vuur heerlijk. Het geheim is natuurlijk niet wat je erop legt, maar wat eronder ligt. Als de fundering van het vuur heet en gloeiend is, wordt alles wat je toevoegt verstookt. Vuur zoals liefde consumeert waar het zich mee voedt. Er is een heerlijke vereniging en dan is het voorbij. De kamer is bijna te warm en het is bedtijd. Ik wil je niet vervelen met een uitleg van deze slechte gelijkenis. Ik denk dat het duidelijk is. Voor de vastentijd. Voor een pandemie. Voor dagelijkse meditatie. Met Liefde, Laurence |
AuteurLaurence Freeman is de spirituele leider van WCCM, de Wereldgemeenschap voor Christelijke Meditatie. Hij schrijft elke vasten dagelijks een tekst om de band tussen het leven, de voorbereidingsperiode op Pasen en de meditatiepraktijk duidelijk te maken. ArchievenCategorieën |