MEDITEER. EN  LEEF
  • Start
  • Wat is mediteren?
    • wat is mediteren? >
      • hoe mediteren?
      • getuigenissen
      • in groep
      • faq
      • start een groep
    • start to meditate
    • 366 dagen mediteren
    • met kinderen
    • met jongeren >
      • stil
      • stiller
      • stilst
    • vorming >
      • van woord naar stilte
      • het essentiele onderricht
      • lesbrieven >
        • jaar 1
        • jaar 2
        • jaar 3
      • onderricht van John Main
    • en Francais
  • activiteiten
    • online meditatie
    • 6 maart colloquium
    • foto's en video's
  • WCCM
    • wat is WCCM?
    • activiteiten
    • John Main
    • Laurence Freeman
    • Bonnevaux
    • oblaten
    • a contemplative path through the crisis
    • Wccm media
  • inspiratie
    • nieuwsbrief
    • boeken
    • lectio
    • artikels
    • teksten advent
    • teksten vasten 2021 >
      • god is er al
    • meditatief
    • filmpjes
  • meditatiegroepen
  • contact
  • steun ons

vasten 2018
Elke dag een tekst van Laurence Freeman

woensdag 28 februari 2018

2/28/2018

0 Reacties

 
Foto
Er bestaat een meer exotische kant van de christelijke ascetische traditie; uit de goede oude tijd, toen ascese nog beschouwd werd als hard werken, zoals het reciteren van psalmen, staande in ijskoud water om de passies te blussen. Onder passies verstond men niet alleen de voor de hand liggende vleselijke lusten maar in het algemeen alle ongeregelde en onevenwichtige gewoontes of denkbeelden. Meestal is een strikte matigheid de beste weg naar een reset van het systeem, maar, zoals sommige landen een extreem bezuinigingsbeleid voeren om de economie te verbeteren, zo waren er ook mensen die de voorkeur gaven aan nachtenlange koude baden.
 
Toch zit er in deze verhalen een ander element waardoor ze minder sensationeel en betekenisvoller worden. Meermaals is beschreven dat men bij het testen van de temperatuur van het water waarin de asceten hadden gezeten, vaststelde dat dat zeer warm was. De energie van het gebed had het water opgewarmd. Dit doet denken aan de goed gedocumenteerde verhalen over Tibetaanse monniken die in het Himalaya gebergte zitten, gehuld in natte koude dekens die ze door mentaal-fysieke kracht opwarmen totdat ze droog gestoomd zijn.
 
Eerlijk gezegd hebben we allemaal wel onze eigenaardigheden die we niet in het publiek vertonen. Daarom ook moeten we de mensen die dit wel doen niet al te vlug veroordelen of belachelijk maken. De meesten zijn er niet op uit om vrijwillig zulke zelfgekozen kwellingen te doorstaan, zelfs niet indien die de zelfcontrole en persoonlijke training ten goede komen. Atleten zouden hen beter begrijpen. Maar misschien zit er toch ook een les in voor de meer conventionelen en laten we hopen  gematigden onder ons.
 
De boodschap is, dat door aanvaarding, veerkracht en sterke aandacht in het midden van moeilijke situaties, we die radicaal kunnen ombuigen. De ontdekking van een ernstige ziekte kan een verlammende doodsangst veroorzaken maar kan ook doorheen deze angst leiden tot sterke liefde en tot mededogen voor anderen, waarin de angst voor de dood oplost. Een verwoestende verslaving kan ons leven vernietigen en toch evolueren tot de ontdekking van innerlijke vrijheid en blijdschap. Het meest kwellende gevoel van afwezigheid, zoals na het verlies van een geliefde, kan zich langzaam ontvouwen als een bloem, tot een nieuw soort intieme aanwezigheid. En de dood kan leiden tot verrijzenis.
 
Belangrijker dan te bidden om het onafwendbare van ons weg te nemen – wat een vraag is om de wetten van de natuur tijdelijk op te heffen – is een gebed om het vol te houden en alert te blijven – en dat is het waar het in de vasten om gaat.
 
En zoals de grote woestijnvaders ons leren is het nog belangrijker om te bidden voor de gave van het echte gebed.
We moeten leren bidden, net zoals we leren lopen of praten.
 
 Van Harte
Laurence

There is a tradition in the more exotic part of Christian ascetical tradition, from the good old days when ascetics meant business, of standing in icy water to cool off the passions while reciting the psalms. By passions, they meant not only the obvious carnal ones but generally all disordered and unbalanced habits or states of mind. Usually strict moderation seems to be the best way to re-set the system but, just as some countries use extreme austerity to improve the economy, so some individuals preferred cold nightlong baths.
 
There is another element in these stories, however, which make them less sensational and more significant. It is often described how someone tested the water the ascetics had just been standing in to see how cold it was and found it was in fact very warm. The energy of prayer had heated the water. This echoes the quite well-authenticated tales of Tibetan monks who sit in the Himalayas wrapped in cold wet blankets and heat them up by mental-physical power until they steam dry.
 
Most of us are a bit strange, if true be told, in ways that we normally don’t make public, so we should not be too quick to judge or ridicule those who like to do such things. Most people don’t want to invent and endure voluntary suffering of this kind even if it does develop self-control and personal training. Athletes might understand them better. But perhaps there is a lesson for the more conventional and, hopefully, more moderate among us as well.
 
It is the message that by acceptance, resilience and strong attention in the midst of difficult situations we can radically transform them. The discovery of a serious illness can evoke crippling fear of death but then lead through that fear to powerful love and produce compassion for others, in which the fear of death dissolves. A destructive addiction can threaten to wreck our life and then evolve into the discovery of inner freedom and joy. The most anguished sense of absence, as after the loss of someone we love, can gradually open like a flower into a new kind of intimate presence. And death can lead to resurrection.
 
More important then praying to have the unavoidable taken away from us – asking for a suspension of the laws of nature – is the prayer to endure and stay awake – what Lent is about.
 
And more important than that, as the great desert teachers advised, is to pray for the gift of true prayer itself.
 
We have, however, to learn to pray – just as we learn to walk or to talk.

with love,
​Laurence

0 Reacties

dinsdag 27 februari 2018

2/27/2018

0 Reacties

 
Foto
Het is evengoed mogelijk om competitief te worden over spirituele dingen als over materiële bezigheden. Er zijn ascetische snobs zoals er succesvolle mensen zijn die sociale mislukkingen zien als minderwaardig.
 
Eens wanneer ik een langere retraite met Fr John en een kleine gemeenschap deed, vooralleer ik mijn noviciaat begon, was er een jonge man die pas terug was van de exotische ashrams en zendo uit het Oosten. Hij wist het allemaal, had alles gelezen en hij gaf onze lekengemeenschap het gevoel dat we eerder amateuristisch en provinciaal waren. Hij zag er fysisch in goede vorm uit , sprak spaarzaam, glimlachte zelden en zat in een verstilde houding waarvan zelfs de Boedhha afgunstig zou kunnen zijn. En alsof dit nog niet genoeg was,was hij(uiteraard) ook vegetarisch en onthield zich wanneer wij bij een bijzondere gelegenheid een glas bier of wijn dronken.
 
Toen ik op een namiddag naar de winkels ging kwam ik een restaurant voorbij en zag ik onze asceet zitten achter het venster terwijl hij een dikke steak aan het verslinden was met een pint bier, terwijl zijn ogen al gluurden in de richting van de romige gebakjes naast hem. Als ik nu terugkijk dan kan ik niet zeggen of het zijn gevoel voor superioriteit of mijn minderwaardigheidsgevoel was die mij zo veroordelend maakte. Toen ik dat een hele tijd later vertelde aan Fr John dan was hij helemaal niet zo verwonderd en hij begreep duidelijk de jonge man beter dan de rest van ons het deed. Toen mijn zelf-verwachtingen milder werden werd ik minder absoluut over zulke dingen; en ik denk nu dat hij waarschijnlijk een gewone beoefenaar was, niet zonder ego, die enkel een vrije dag nodig had en wie wij gek genoeg op een pedestal hadden geplaatst. 
 
 
De harde manier waarop wij anderen veroordelen is onveranderlijk verbonden met de houding tegenover onszelf, met een zin voor competitie of met de sluimerende schande van het falen of het niet bij de les kunnen blijven. Als we onszelf beschadigen dan gaan we anderen schade aanbrengen, of we nu al of niet betrapt worden. Ook zo, als we anderen veroordelen op een beschuldigende manier(we moeten nog altijd onderscheidend zijn over mensen) veroorzaken we angst aan onszelf.  Oordeel niet opdat je niet veroordeeld wordt.
 
 
Misschien ligt er aan de wortel van de slechtste politieke vervolgingen of religieuze onderdrukking van anderen, de infantiele vrees dat we niet aanvaard worden door diegenen naar wiens bevestiging wij hunkeren, zelfs lang nadat zij deze wereld verlaten hebben.
 
 
Wat een opluchting en bevrijding is het om dan te ontdekken in de ruime binnenkamer van de meditatie dat deze mentale en emotionele spelletjes gewoon fantasie zijn. Het zijn spelletjes die ons geen plezier geven en ze weven een steeds strakker wordende bondage van de geest. Wanneer deze spelletjes wegdeemsteren uit onze innerlijke wereld worden we vrij en uitgelaten om te spelen als kinderen van God in de echte wereld.
 
Van Harte
Laurence

It is possible to become as competitive and quantitative about spiritual things as about material pursuits. There are ascetical snobs just as there are successful people who regard social failures as inferior.
 
When I was making an extended retreat with Fr John and a small lay community, before I began my novitiate, a young guy came to stay for a few weeks fresh from the exotic ashrams and zendo of the East. He knew it all, had read everything and made us in the lay community feel rather provincial and amateurish. He looked in good physical shape, spoke sparingly, smiled rarely and sat in a posture with a stillness the Buddha might have envied. As if that was not enough he was (of course) vegetarian and abstained when on a special occasion we would have a glass of wine or beer.
 
 
 
Then one afternoon, when I had gone to the shops, I passed a restaurant and saw in the window our noble ascetic devouring a thick steak with a pint of beer and already eyeing the cream pastries near him. Looking back I can’t say for sure whether it was his sense of superiority or my sense of inferiority that made me so judgemental. A long time later, when I mentioned it to Fr John, he did not look surprised and clearly understood the young man better than the rest of us did. As my own self-expectations moderated I became less absolute about such things; and I think now he was probably just a genuine practitioner, not without an ego, who simply needed a day off and whom we had foolishly put on a pedestal.
 
 
Our harshness of judgement about others is invariably linked to our attitude to ourselves, to a sense of competitiveness or to the simmering shame of failure or of just not coming up to the mark. If we harm others we harm ourselves, whether we get caught or not. Similarly, if we judge others in a condemnatory way (we still need to be discerning about people) we cause anguish to ourselves. Judge not that ye be not judged.
 
Perhaps, at the root of the worst cases of political persecution or religious oppression of others, there is the infantile fear of ourselves not being approved by those whose approval we crave, even long after they have left our world.
 
What a relief and liberation it is, then, to discover in the spacious inner room of meditation that these mental and emotional games are fantastical. They are games that give us no delight and weave an ever-tightening bondage of spirit. As these games fade from our inner world we are set free and let out to play as children of God in the real world.

Laurence

0 Reacties

maandag 26 februari 2018

2/26/2018

0 Reacties

 
Foto
Niet zo diepgaand als de Oosterse spiritualiteit, maar beter dan de Latijnse kerk, herinnert de Orthodoxe kerk ons aan het belang van het lichaam in het persoonlijk gebedsleven. Speciaal in de monastieke traditie ziet men dat het bewust zijn van de ademhaling, en de praktijk van knielen en buigen, die soms sterk lijkt op de zonnegroet in yoga, helpen om lichaam en geest synchroon te houden. Mogelijks zal elke spiritualiteit die alleen op mentaal niveau werkt met alleen wilskracht en zelf-evaluatie, falen om de beoefenaar in een hogere staat van integratie en vredige innerlijke rust te brengen. Men kan tegen westerlingen niet genoeg zeggen, dat het doel van ascese, zoals wat we verkiezen te doen of niet te doen gedurende de Vasten, niet is om te straffen maar om te zuiveren.
 
Het vasten (het verminderen van de dagelijkse voedselinname) en het zich onthouden van vlees en opwekkende middelen (koffie en alcohol) zijn eveneens traditionele fysieke praktijken in alle spirituele tradities. Het beginnen van zo’n praktijk maakt ons soms bewust dat we meer verslaafd zijn dan we ons gerealiseerd hadden, wat nederigheid en zelfkennis bevordert. Heden ten dage heeft diëten het vasten vervangen; zoals toerisme het pelgrimeren heeft vervangen, maar men kan dat echter verstaan als analoog, maar gedaan vanuit verschillende motieven. Motivaties zijn belangrijk voor de kwaliteit en het resultaat van wat we doen. Misschien probeerde een Syrische monnik ze te verbinden toen hij zei: “Probeer maar dun te zijn zodat je door de smalle poort kan.” Jezus zei: Weinigen kunnen er door, overladen met lasten en angsten als de meesten van ons zijn; hoewel ‘voor God niets onmogelijk is’.
 
Meditatie op zich is vasten en onthouding. Maar in ons dagelijkse leven bevordert aandacht voor de fysieke inname ons meditatieniveau.  Regelmatig indommelen, in slaap vallen en zelfs bepaalde vormen van afleiding kunnen gereduceerd worden door een gezondere voeding. Veel mensen mediteren vandaag om gezonder te zijn. De mediteerder komt ten slotte tot inzicht dat we gezond blijven om te kunnen mediteren.
 
Slaap en rust zijn eveneens een onderdeel van het natuurlijk ritme van lichaam en geest. Heden ten dage lijden veel mensen aan slapeloosheid als gevolg van het late werken, film kijken of gamen en velen zetten zelfs hun digitaal leven nog voort als ze al naar bed zijn. De monniken van vroeger daarentegen raadden aan om de uren slaap bewust te beperken en vroeg op te staan om in de nog donkere uren voor het ochtendgloren te bidden.  Wanneer mijn hoofd op het kussen valt, slaak ik meestal een zucht van opluchting en herinner ik me de woorden van Jezus dat hij nergens een plek had om zijn hoofd neer te leggen en ik slaap al voor ik het op mezelf kan toepassen. Wanneer mensen vroeg op staan om gedurende de stille uren te bidden, ontdekken ze een bijzondere vreugde en rust, die hen heel zeker stabiliteit  brengt gedurende de hele dag.
 
In het Hooglied horen we: ‘Ik slaap maar mijn hart is wakker’. Als je in slaap valt terwijl je je mantra zegt of ernaar luistert, kun je merken dat je al doende wakker wordt. Met voldoende remslaap kun je merken dat je minder slaap nodig hebt en dat je toch meer uitgerust bent. Dit verhelpt dat de bewuste en onbewuste niveaus van het zelf gedurende de dag minder door elkaar gaan ratelen met het gevolg dat we rustiger worden en meer intuïtief.
 
Van Harte
Laurence

The Orthodox Church, better than the Latin, but not as fully as Eastern spiritualities, remembers the importance of the body in one’s prayer-life. Especially in the monastic tradition, an awareness of the breath and the practice of bows and prostrations, some very similar to the homage to the sun asana in yoga, help to keep body and mind in sync. Perhaps any spiritually that is only at the mental level and only uses will-power and self-evaluation, will fail to bring the practitioner to a higher state of integration and peaceful ease with him or her self. One can never say often enough to westerners that the purpose of ascesis , such as what we have chosen to do or not to do during Lent, is not to punish but to purify.
 
Fasting (reducing one’s daily food intake) and abstaining from meat and stimulants (caffeine and alcohol) are also traditional physical practices found in all spiritual traditions. Sometimes beginning such a practice makes one aware that we are more addicted than we had realised, which is humbling and advances self-knowledge. In our time, dieting has replaced fasting, as tourism has replaced pilgrimage but they can be understood as the same things done for different motives. Motives are important to the quality and outcome of what we do. Maybe an ancient Syrian monk tried to bridge them when he said ‘try to be thin so you can pass through the narrow gate’. Jesus said few can get through it, overweight with attachments and anxieties as most of us are, although ‘nothing is impossible to God’.
 
Meditation itself is a fasting and abstaining. But, in daily life, attention to our physical intake helps to condition our meditation. Regular drowsiness, falling asleep and even certain kinds of distraction can be reduced by healthier nutrition. Today many people meditate to be healthier. The meditator eventually comes to see that we stay healthy in order to meditate.
 
Sleep and rest, too, are part of the natural rhythm of the body and mind. Many people today are sleep-deprived because they work late or watch movies or play games late and many continue their digital life even after they have got into bed. The monks of old, by contrast, used to recommend to consciously limit the hours of sleep and encouraged getting up in the dark hours before dawn to pray. As my head hits the pillow I usually give a sigh of relief and often remember Jesus saying he did not have anywhere to lay his head and am asleep before I apply it to myself. When people do get up in the early, still hours to pray they discover a special joy and calmness, a certainty that stabilises them for the whole day.
 
In the Song of Songs we find “I sleep but my heart is awake.’ if you fall asleep saying or listening to your mantra you may find you awake doing so as well’.
With enough REM sleep you may find that you need less sleep but what you have refreshes you more. This helps the conscious and unconscious levels of the self to jangle with each other less during the day and so we may find we are both calmer and more intuitive.
 
 Laurence

0 Reacties

zondag 25 februari 2018

2/26/2018

0 Reacties

 
Foto
Vandaag tonen de lezingen van de Schrift ons meerdere zaken. Ten eerste hoe moeilijk het kan zijn voor de christenheid om zichzelf vandaag te doen verstaan via de Schriften.  Hun verhalen en metaforen treffen de moderne geest vaak als beledigend of op zijn minst als “primitief”. Bede Griffith dacht dat er maar een paar psalmen geschikt waren voor de christelijke eredienst.  Het lezen van een tekst als: “ gelukkig is hij die jullie kinderen zal grijpen en tegen de rotsen smijten”  doet iedereen huiveren en er is een goede advocaat nodig om uit te leggen wat de opvoedkundige betekenis wel mag zijn.
 
Ter verdediging mag gezegd dat dergelijke gewelddadigheid  echo’s kunnen zijn van onze (hopelijk) verdrongen  wreedheid en sadisme die verholen ligt in ons onderbewustzijn.  Er zijn wilde beesten verborgen in de fris groene weiden van onze innerlijke reis.  Dergelijke passages zullen misschien wel weggelaten moeten worden voor de gemeenschappelijke eredienst.  Misschien moeten we ook zien hoe het Woord op verschillende manieren in de geschriften van andere religies aanwezig is en dat we  dit op een bepaalde manier zouden  kunnen invoegen in de Christelijke eredienst  om die  beter te begrijpen.
 
Wees gewaarschuwd: de lezingen van vandaag gaan over het offeren van je kind. Abraham had zijn hand al opgeheven om het offermes in zijn zoon Isaac te planten, als een engel van de Heer – wie is de Heer – zijn hand grijpt. Een vervangend offer wordt gevonden in een ram.  Abraham wordt geprezen dat hij geen grens trekt om zijn toewijding aan God te bewijzen. We kunnen dit lezen als een dramatisch voorbeeld van het verbod op mensenoffers, die gemeengoed waren bij de naburige stammen. Het toont zeker hoe anders de Israëlieten waren en hoe dit verschil zorgde voor de ontwikkeling van de omschrijving van hun ervaring met God.
 
Paulus brak met deze traditie toen hij de Christus, die hij had afgewezen, in zichzelf vond wonen.  Maar, bij een tweede lezing, zien we hoe hij de oude taal gebruikt : de oude begrippen krijgen een nieuwe betekenis - we kunnen geen nieuwe taal bedenken, zelfs niet na een radicale bekering. Voor Paulus spaarde “God zijn enige zoon niet” om ons te begunstigen.  Dit drukt Gods absolute zelf-ontlediging uit, maar het leidt heel makkelijk naar een beeld van een God die geweld gebruikt om zaken recht te zetten.
 
Het Evangelie verhaal van de Verheerlijking van Jezus  stijgt boven dit alles uit.  Het is het iconische moment van Christelijk geloof voor de orthodoxe kerk, zoals het kruis dat is voor de westerse kerk.  Hier ontvangen  we een glimp van de verblindende, onbevattelijke diepte van de werkelijke identiteit van Jezus en van zijn zoonsrelatie met de Bron.  Maar hij staat ook tussen  Mozes en Elia, en vormt zo de brug  tussen de Wet en de Profeten.  De wet stond geweld toe, de profeten  stellen het aan de kaak.  Maar zij zijn twee uitdrukkingen van een unieke manier om het goddelijke te benaderen.
We moeten over het gegeven van bijbels geweld nadenken en spreken; zoals we ook het geweld tegen vrouwen en kinderen aan de orde moeten stellen in onze “ontwikkelde” maatschappij, zie Syrië of Parkland.  Maar het denken en spreken eindigt nooit en kan ook weer tot geweld leiden. We moeten in de waarheid duiken, in de ervaring van het pure licht dat alle schaduwen wegbrandt.  Dan zullen we onszelf vinden in de absolute  intimiteit  die ons niet alleen verandert maar omvormt.
 


Van Harte


0 Reacties

zaterdag 24 februari 2018

2/24/2018

0 Reacties

 
Foto
Exodus is de grote Bijbelse metafoor voor de vastentijd: de veertig jaar die de Hebreeuwse stam ronddoolde in de woestijn voordat ze het Beloofde Land bereikte, werpt een verhelderend licht op de veertig dagen die we besteden aan de voorbereiding op de paas-mysteries - en het zijn mysteries - van Pasen.

De tachtigjarige Mozes werd belast met de taak om de farao ervan te overtuigen 'mijn volk te laten gaan'. Persoonlijk was hij opmerkelijk on-zelfverzekerd voor een nationale leider van de bevrijding en van zichzelf een zeer slechte spreker; maar hij vertrouwde en deed wat hem werd gezegd door de Heer. Zijn show van magische krachten - een staaf in een slang veranderen - maakte geen indruk op de Egyptenaren die dat zelf ook konden. Een les in religieus concurrentievermogen. De tien plagen die de Heer toen over Egypte bracht, varieerden van het veranderen van de Nijl in bloed, tot een plaag van luizen, een andere van vliegen en tenslotte, meest gruwelijk, de dood van elk eerstgeboren kind. Uiteindelijk gaf de farao toe en liet ze gaan. Toen kreeg hij spijt van zijn beslissing en probeerde ze terug te brengen, maar het gevolg daarvan was het verlies van zijn leger in de Rode Zee. Dit was de stichtingsmythe van Israël - een combinatie van vervolging en reactie en slechte relaties met al hun buren.

Het is in het begin niet bepaald geestelijk hoogstaand noch erg historisch. Er is geen verslag van deze gebeurtenis in hedendaagse bronnen. De meeste moderne mensen, die niet gewend zijn aan de mythische en allegorische manier om 'geschiedenis' te lezen, vinden deze voorstelling van God hetzij verontrustend of absurd. Het is niet eenvoudig om te verdedigen, tenzij als onderdeel van een evoluerende ontdekking van de aard van God die in de hele Bijbel plaatsvindt. In het Joodse geloof culmineert dit in de profeten (ze ontmoetten een God van vrede en gerechtigheid die zegt: "wat ik wil is genade, geen opoffering"). Voor de christen bereikt dit het toppunt in Jezus, de profeet die op alle mogelijke manieren God en de mensheid verenigt.

Zolang we ons afgescheiden voelen van God, zullen we het slachtoffer zijn van onze eigen verbeelding. Slechte gebeurtenissen worden geïnterpreteerd als straf voor misdaden - bewust of onbewust gepleegd. Goede gebeurtenissen worden gezien als beloningen en tekenen dat we meer begunstigd zijn dan anderen. Elk van deze reacties is rampzalig voor onze relatie met God ('relatie' moet ook als een metafoor worden gezien) en onze relaties met anderen - vooral degenen die overtuigingen hebben die verschillen van de onze.

Dus moeten we Exodus lezen met een contemplatieve geest,  onder de oppervlakte onze weg voelen tot het diepere, onderhuidse niveau van betekenis en zijn interactie met onze eigen ervaring. Dan kunnen de plagen minder lijken op wrede straffen van een boze God en meer als illustraties van het lijden in het leven dat deel uitmaakt van ons ontwaken en bevrijding. Misschien is het geheim van het verhaal - nog te realiseren in de politiek van het Midden-Oosten - dat beide kanten in dit verhaal van menselijke vijandigheid in feite, in relatie tot God, aan dezelfde kant staan en dat beide nog veel moeten leren.



Van Harte

Laurence


​Exodus is the great scriptural metaphor for Lent:  the forty years of the Hebrew tribe’s wandering in the wilderness before they reached the Promised Land illuminates the forty days we spend preparing for the paschal mysteries – and they are mysteries – of Easter.
 
The eighty-year old Moses was charged with the task of persuading the pharaoh to ‘let my people go’. Personally, he was, remarkably un-selfconfident for a national liberation leader and by his own account a very poor speaker, but he trusted and did what he was told by the Lord. His show of magical powers – turning a rod into snakes – did not impress the Egyptians who could do the same. A lesson in religious competitiveness. The ten plagues that the Lord then brought on Egypt varied from turning the Nile into blood, to a plague of lice, another of flies and finally, most horrifically, the death of every first-born child. Finally the pharaoh relented and let them go. Then he repented of his decision and tried to bring them back but as a consequence suffered the loss of his army in the Red Sea. Thus the founding myth of Israel was constructed – a combination of persecution and reaction and bad relations with all their neighbours. 
It is neither, at first, very edifying nor very historical. There is no record of this event in contemporary sources. Most modern people, unaccustomed to the mythical and allegorical way of reading ‘history’ find this representation of God either disturbing or absurd. It is not easy to defend except as part of an evolving discovery of the nature of God that takes place throughout the Bible. In Jewish faith this culminates in the prophets (they met a God of peace and justice who says “what I want is mercy not sacrifice”). For the Christian it culminates in Jesus, the prophet who in all ways unites God and humanity.
 
As long as we feel dis-united from God we will be victims of our own imagination. Bad events will be interpreted as punishment for crimes – consciously or unconsciously committed. Good events will be seen as rewards and signs that we are more favoured than others. Either of these responses is disastrous to our relationship with God  (‘relationship’ should also be seen as a metaphor) and our relationships with others – especially those who hold beliefs different from our own.
 
So we need to read Exodus with a  contemplative mind, feeling our way below the surface to the deeper, subcutaneous level of meaning and its interaction with our own experience. Then the plagues might appear less as cruel punishments of an angry God and more as illustrations of the sufferings in life that form part of our awakening and liberation. Maybe the secret of the story – yet to be realised in Middle-Eastern politics – is that both sides in this story of human hostility are in fact, in relation to God, on the same side and that each has a lot to learn.

0 Reacties

vrijdag 23 februari 2018

2/23/2018

0 Reacties

 
Foto
John Main zei ooit (met Ierse humor: monniken, neem het niet al te persoonlijk) dat hij nergens meer egoïsten had ontmoet dan in kloosters.
 
Dit is wat hij zeggen wilde. Er zijn twee gevaren voor kloosters. Een monnik kan heel serieus zijn over zelf-transformatie en zijn spirituele praktijk, maar er ook op gericht zijn op zo'n manier dat niets en niemand op zijn directe pad naar verlichting in de weg zal lopen. Gewoonlijk manifesteert zich dit zich in een hyperkritische houding ten opzichte van die broeders die minder rigoureus lijken - een soort van spiritueel snobisme. Het andere gevaar wordt geïllustreerd in de monnik die het klooster binnengaat met als doel te ontsnappen aan elke uitdagende omgang met anderen in plaats van zichzelf in anderen te vinden. Een vroeg-christelijke monnik definieerde een monnik als iemand die zichzelf in anderen en anderen in zichzelf ziet. Dit hyper-introverte, egocentrische type persoon zal de monastieke routine gebruiken voor afzondering in plaats van ontmoeting.
 
Mark Carney, de gouverneur van de Bank of England, sprak onlangs over 'Leiderschap en Waarden' op een Meditatio Seminar in Londen. Hij noemde enkele van de ideale eigenschappen van leiders en de waarden die ze belichaamden, en realiseerde zich (net als bij de figuur van de abt in de Regel van Benedictus) dat het onwaarschijnlijk is dat dit alles tegelijkertijd in één persoon zal zijn gecombineerd . Het leidende principe van gouverneur Carney was echter de waarde van het doel. Een leider heeft een duidelijk doel nodig - en het juiste doel is altijd de ander centraal stellen.
 
Dit alles kan alleen relevant voor ons zijn als we in zekere zin allemaal monniken en allemaal leiders zijn. Volgens de Regel is de monnik iemand die 'echt naar God zoekt'. Is dat niet wat een serieuze mediteerder doet, met een diepere loslating, terwijl zijn reis vordert en transformatie plaats vindt? Jouw beeld van God is misschien niet dat van iemand anders en je verwoordt het misschien liever in niet-religieuze taal. Maar op het essentiële niveau is de ervaring van meditatie de ervaring van God - van liefde, heelheid en universele verbinding.
 
En we zijn allemaal leiders - van kinderen bijvoorbeeld, die ons nauwlettend in de gaten houden en ons imiteren  Zelfs degenen die de meest bescheiden dienst aan de wereld verlenen - toiletmedewerkers, straatschoonmakers - kunnen echte kwaliteiten van leiderschap en dienstbaarheid tonen in de manier waarop ze met hun collega's werken en zich tot het publiek verhouden.
 
Maar we zijn ook leiders voor onszelf. De vasten is een tijd waarin we iets extra's doen en iets gewoons opgeven. Waar wordt deze beslissing genomen? Hoe wordt die gemaakt? Wat is de motivatie? De bron is dat subtiele deel van onze eigen “mind-heart-mix” die helder ziet en ons een gevoel van doelgerichtheid geeft. Het is geen rivaal of competitief deel van onszelf, maar de verenigende, helende energie van onszelf die we geest noemen.
 
Maakt het ons min of meer egocentrisch? Of hebben we het gevoel dat het werkelijke doel van onze spirituele praktijk eigenlijk directe dienst aan anderen is? Welke vruchten en voordelen het ons ook brengen mag, die zijn dan toegewijd aan het welzijn van de wereld. Omdat we ook deel uitmaken van de wereld, krijgen we een eerlijk deel van die voordelen, mits ons leidend doel ook op de ander gericht is


Van Harte

Laurence



​Friday Lent Week One
 
John Main once said (with Irish humour: monks, don’t take it too personally) that he had never met more egotists than in monasteries.
 
This is the point he was making. There are two dangers about monasteries. A monk might be very serious about self-transformation and his spiritual practice but also be focused on it in such a way that nothing and no one will get in the way of his direct path to enlightenment. Usually this is manifest in a hyper-critical attitude to those of his brethren who appear less rigorous – a kind of spiritual snobbery. The other danger is illustrated in the monk who enters the cloister with the purpose of escaping any challenging association with others rather than to find himself in others. An early Christian monk defined a monk as someone who sees himself in others and others in himself. This hyper-introverted type, self-centred type of person will use the monastic routine for insulation rather than encounter.
 
Mark Carney, the Governor of the Bank of England, spoke recently about ‘Leadership and Values’ at a Meditatio Seminar in London. He enumerated some of the ideal qualities of leaders and the values they embodied, recognizing (as with the figure of the Abbot in the Rule of St Benedict) that it is unlikely to happen that all this will be combined in one person at the same time. Governor Carney’s guiding principle, however, was the value of purpose. A leader needs a clear purpose – and the right purpose is always other-centred.
 
All this can only be relevant to us if, in some sense, we are all monks and we are all leaders. According to the Rule, the monk is someone who ‘truly seeks God’.  Isn’t that what a serious meditator does, with deepening renunciation, as her journey progresses and transformation takes effect? Your image of God might not be anyone else’s and you may prefer to articulate it outside religious language. But, at the essential level, the experience of meditation is the experience of God – of love, wholeness and universal connection.
 
And we are all leaders – to children, for example, who watch us closely and imitate us. Even those who do the humblest service to the world – toilet attendants, street cleaners – can show real qualities of leadership and service in the way they work with their colleagues and relate to the public.
 
But we are also leaders to ourselves. Lent is a time when we do something extra and give up something familiar. Where is this decision made? How is it made? What is its motivation? Its source is in that subtle part of our own mind-heart mix that sees clearly and gives us a sense of purpose. It is not a rival or competitive part of our selves but the unifying, healing energy of ourselves that we call spirit.
 
Does it make us more or less egocentric? Or do we feel that the real purpose of our spiritual practice is actually direct service to others? Whatever fruits and benefits it might bring us are then dedicated to the well-being of the world. As we are also part of the world, we get our fair share of those benefits provided our guiding purpose is other-centred.

Laurence

0 Reacties

donderdag 22 februari 2018

2/22/2018

1 Reactie

 
Foto
Een hartchirurg die deel uitmaakte van een groep waaraan ik een introductie tot meditatie gaf, vroeg me ooit te stoppen om het woord ‘hart’ te gebruiken in mijn gesprekken. Hij zei dat het hem afleidde doordat het hem aan zijn werk deed denken en dat hij bovendien tijdens al zijn operaties nooit een hart had gezien dat ook maar iets spiritueels had.
 
Het bracht hem tenminste tot nadenken. Veel mensen die het woord ‘hart’ horen in niet-anatomische zin brengen het in verband met gevoelens en emoties. Dat staat dichter bij de betekenis van het woord dan het materialistische antwoord van de dokter. Gevoelens voelen we inderdaad ter hoogte van de borst: we zeggen dat ons ‘hart gebroken is’ of dat we ‘hartepijn’ hebben omdat dit te maken zou kunnen hebben met een verband tussen het emotionele centrum in ons brein en die plaats in ons lichaam. Dat kan iets betekenen, maar niet veel. Van ‘Liefde’ daarentegen zeggen we die met gans ons lichaam te voelen.
 
We kunnen gevoelens en emoties niet herleiden tot het centrale zenuwstelsel. Het hart is een spiritueel symbool voor het persoonlijke centrum van zelfbewustzijn en kernidentiteit. Alle fysische, mentale en meer subtiele dimensies van het menselijk bestaan convergeren en gaan op in dit centrum van eenvoudige, blijvende eenheid. Wij zijn ons hart.
 
Wanneer we mediteren moeten we voorbereid zijn op verschillende golven en soorten gevoelens op verschillende momenten. Eerst voelen we misschien een basis-rusteloosheid en jeukende voeten. Het lijkt gewoon onmogelijk om stil te zitten en niets te doen gedurende twintig of dertig minuten in zo’n ongewone houding. Voor velen zijn zelfs twintig seconden al moeilijk. Later, wanneer onze vermogens gegroeid zijn, kunnen we misschien een golf van woede voelen gericht op anderen of op onszelf, of schaamte, lust of hebzucht of een diep verdriet of gevoel van verlies. Het moeilijkste dat we te verduren kunnen krijgen zijn gevoelens van leegte en neergehaald worden in zinloosheid.
 
Meditatie onderdrukt, ontkent of negeert deze gevoelens niet. Het is goed dat ze naar boven komen en bewust gevoeld worden. Ze komen ergens vandaan en het is beter ze te uiten. Als we ze kunnen doorstaan zijn we kalmer, vrijer en vriendelijker voor onszelf. Op die manier zuivert meditatie onze emoties door toe te laten dat deze niet-verwerkte herinneringen en associaties oplossen en hun energie vrijlaten voor beter gebruik. Het is nochtans niet het hart dat deze gevoelens produceert. In tegendeel, het hart biedt ons het stille centrum, de stabiele kern van bewust gewaar zijn en aandacht die ons toelaat de golven te weerstaan, hoe stormachtig ook, en dichter te komen bij ons diepste zijn, waar puur bewustzijn, kalmte en helderheid ons een gevoel voorbij het gevoel openbaren en een emotie voorbij de emotie, die we de Liefde van God noemen.
 
Compassie en liefde zijn meer dan gevoelens: ze kunnen verbonden zijn met elk gevoel, afhankelijk van omstandigheden en persoonlijk karakter. Ze vloeien moeiteloos voort uit onze ware natuur als ze niet geblokkeerd worden door negatieve krachten in onszelf. We kunnen ze niet controleren of maken want we zijn ze.
 
De mantra – en onze kleine dagelijkse praktijk van persoonlijke discipline en generositeit naar anderen – is onze surfplank naar deze haven van vrede.

Laurence

​Thursday Lent Week One
 
A cardiac surgeon in a group I was once introducing to meditation asked me to stop using the word ‘heart’ in my talks. He said it was distracting him with thoughts of his work and also, he added, in all his operations he had never seen anything in the heart that looked remotely spiritual.
 
At least it made him think. Many people when they hear the word heart used non-anatomically associate it with feelings and emotions. This is closer to the meaning of the word than the doctor’s materialist response. Emotions are indeed ‘felt’ in the chest area: we say we feel heart-broken or that our ‘heart drops' for reasons that might be connected to a link between the emotion centre of our brain and this region of our body. That may explain something of interest but not much. Love, interestingly, is said to be ‘felt’ throughout our body.
 
We can’t reduce feelings or emotions to the central nervous system. The heart is a spiritual symbol of the personal centre of conscious awareness and core identity. All the physical, mental and most subtle dimensions of human being converge and resolve in this centre of simple, abiding wholeness. We are our heart.
 
When we meditate we need to be prepared for different waves and kinds of feelings at different times. At first we may feel basic restlessness and itchy feet. It just seems impossible to sit still and do nothing in this unfamiliar posture for twenty or thirty minutes. Many struggle with even twenty seconds. Later, after our capacity has increased, we may feel a wave of anger directed at others or ourselves, or shame, or lust or greed, or a profound sadness and sense of loss. Feelings of nothingness and being dragged down into meaninglessness may be the worst we have to endure.
 
Meditation does not repress, deny or ignore these feelings. It is good they arise and are consciously felt. They come from somewhere and it is better they are outed. If we can sit through them we are calmer, freer and gentler with ourselves. In this sense meditation purifies our emotions by allowing these under-assimilated memories and associations to resolve and release their energy for better use.  It is not the heart that produces these feelings, however. Rather, it offers us the still centre, the stable core of conscious awareness and attention that allows us to ride the waves, however stormy, and approach closer to the depth of being where pure consciousness, calm and clarity reveal a feeling beyond feeling and an emotion beyond emotion that we call the love of God.
 
Compassion and love are more than feelings: they may be associated with any feeling depending on circumstances and personal character. They flow effortlessly out of our true nature if they are not blocked by negative forces within ourselves. We cannot control or manufacture them because we are them.
 
The mantra – and our small daily practices of personal discipline and generosity to others – is our surfboard to this harbor of peace.

1 Reactie

woensdag 21 februari 2018

2/21/2018

0 Reacties

 
Foto
Waar we tijdens de vasten “afstand van nemen” is eenvoudigweg een hulp bij de grotere zelfverloochening(afstand nemen -zelfloslating) waardoor elke geïntegreerde vorm van leven tot volle wasdom komt.
De vasten helpt er ons aan herinneren wat dit grotere “loslaten” betekent en hoe elk van ons geroepen is om dit ten volle te beleven –  als de tijd rijp is. Tot het zover is leren we dag na dag om zoveel mogelijk onszelf te zijn.
 
In vele religies was de mening algemeen verbreid dat de grote zelfverloochening alleen bereikbaar was via het monastieke pad. De meesten beschouwden familie en wereldse zaken als een neerhalende kracht die de weg blokkeerde tot de volledige zelfgave die toch de hoogste menselijke prestatie is. Door de rug toe te keren, niet alleen naar carrière en roem, rijkdom, seks en familie maar naar alle wereldlijke beslommeringen, bereikten ze verlichting op een hoger vlak van werkelijkheid. De woorden van Jezus – de weg naar het leven is smal en slechts weinigen vinden hem – werden verkeerd begrepen om deze levenswijze te verantwoorden.
 
Natuurlijk, ook leken kunnen dicht komen bij het loslaten van hun gebonden zijn aan de wereldse zaken in hun dagelijks werk en familiale verantwoordelijkheden. Elke soort roeping heeft hetzelfde elementair potentieel. Waar het op aan komt is niet de uiterlijke vorm – de huiselijke haard of het klooster – maar de manier waarop wij onze verantwoordelijkheden, die eigen zijn aan het pad dat we gekozen hebben, ter harte nemen.
 
Om dit te begrijpen moeten we zien hoe zelfverloochening tot stand komt. Als je een of ander “werelds” aspect van je leven wegduwt – bijvoorbeeld een verslaving of een gebrek aan maathouden – dan zal dit aspect niet automatisch of onmiddellijk verdwijnen. Wat verdrongen werd heeft de neiging om terug te keren. Als je iets met veel kracht uitdrijft komt het dikwijls als een dwangmatig verlangen of fantasie in alle hevigheid terug. Op Bere Island is er een zwerfkat die ik eten geef in de keuken en dan buitenzet, om daarna te merken dat ze het lef heeft om weer binnen te komen via een openstaande deur of open raam in een andere kamer. De vasten en de mantra leren ons deze wisseling tussen afwijzing en terugkeer. Wat lijkt te verdwijnen komt dikwijls terug.
 
Verzaking komt als een gave, een eenvoudig voorval, een natuurlijk gebeuren. Om te verzaken moeten we ook de idee van verzaking verwerpen. We kunnen niet verzaken door wilskracht als de essentie van ons verzaken het verzaken is aan de wil. We kunnen onze greep losser maken, maar het verzaken gebeurt vanzelf.
 
 
Zo komen we tot het inzicht dat de enige manier van verzaken die er toe doet, het verzaken is dat ons leidt naar volledige vrijheid en spontaniteit. Dit veronderstelt dat we volledig afzien van alle soorten geweld en zo in staat gesteld worden om in plaats daarvan vervuld te worden met de kracht van de geest.

Laurence


​Wednesday of Lent Week One
 
What we may ‘give up’ in Lent  simply serves the greater renunciation on which any integrated form of life grows into fullness. Lent helps us remember what this greater ‘letting go’ means and how each of us is called to make it absolutely – when the time is ripe. Until then, we simply learn day by day to be as real as we can be.
 
In many religions it was widely believed that the big renunciation of life could only be achieved through the monastic path. For the great majority, family and worldly affairs dragged them down and blocked that full gift of self which is the highest human achievement. By turning their back, not only on career and fame, wealth, sex and family but all ‘worldly affairs’ monks soared into enlightenment. on a higher plane of reality. The words of Jesus – the way to life is narrow and few find it – were misinterpreted to imply this.
 
Of course, lay people can come as close or closer to the renunciation of attachment to the ‘worldly affairs’ in their daily work and family responsibilities. All kinds of vocation have the same primary potential. What matters is not the outward form – the family hearth or the cloister - but how we fulfil the responsibilities associated with the particular path we are following.
 
To understand this means seeing how renunciation happens. When you push some ‘worldly’ aspect of life away from you – say an addiction or an excess -it does not automatically or immediately leave you alone. Things repressed tend to return. When you expel something by force it often springs back in some way if only as a compulsive desire or fantasy. There is a stray cat on Bere Island which I feed in the kitchen but throw out of the house, only to find it has had the nerve to re-enter through an open door or window in another room. Lent and the mantra both teach us this swing between renunciation and return. What appears to leave often returns.
 
Renunciation when it comes is a gift, a simple happening, a natural occurrence. To renounce we have to renounce the idea of renunciation as well. We cannot renounce by will-power if the essential renunciation is the renunciation of the will. We can loosen the grip but renunciation happens by itself.
 
So we come to see that the only renunciation that matters is what leads us into full freedom and spontaneity. This awaits the renunciation of all kinds of force and allows us to be filled instead with the power of the spirit.


0 Reacties

dinsdag 20 februari 2018

2/20/2018

0 Reacties

 
Foto
Denk je aan jezelf als een ‘oprechte  persoon?’
 
Bedoel je daarmee een respectabel lid van mijn gemeenschap die zich houdt aan de standaarden en de waarden van mijn groep?
 
Zo half en half. Wat betekent oprecht nog meer?
 
-Met je rug rechtop zitten of staan
 
Of dat je langer bent dan dat je breed bent
 
-Dus wat is het punt dat je hier wil maken?
 
De suggestie is dat er een verband bestaat tussen rechtop zitten in de meditatie en op een oprechte manier leven- moreel zijn, eerlijk, vriendelijk en waarachtig
 
 
 
-Betekent dat dat ik enkel een goede fysieke houding moet hebben om een goed mens te zijn?
 
 
Was het maar zo. Neen, maar wanneer we mediteren wordt ons gezegd om in een ‘goede’ houding te zitten wat betekent met een rechtte rug. Dit helpt ons bij het ademen en de discipline van het stilzitten tijdens de meditatie en daarom helpt het ons mediteren. Er is een verband tussen fysieke houding en mentale alertheid en helderheid- en zelfs ook bij het achterliggend doel van meditatie. Het is moeilijk om te mediteren als je houding maar slap is, lui en ongemakkelijk.
 
 
-Maar zou ik kunnen mediteren en tegelijk een bedrieger zijn, een leugenaar en een harteloze uitbuiter van de zwakheid van anderen. Zou meditatie mij kunnen helpen in het ontsnappen, weg van mijn geweten om mij beter te focussen op mijn slechte handelingen?
 
Misschien wel voor een tijdje, maar het zou niet vol te houden zijn, denk ik. Als we in meditatie stilzitten dan bewegen we. Hoe dieper de stilte, hoe groter de versnelling. De stille beweging voert ons naar onze essentiële, innerlijke oprechtheid. (We zijn wezenlijk oprecht). Langs de weg ontmoeten we innerlijke geesteshoudingen, misschien vrij nieuw of anderzijds reeds lang bestaande, misschien aan de randen van onze persoonlijkheid maar misschien ook in wat onze persoonlijkheid vormt- en deze houdingen kunnen onze essentiële oprechtheid tegenspreken. Het kunnen verwrongen en misvormde aspecten van onszelf zijn.  
 
- De confrontatie hiermee kan zeer hard zijn, en we zullen vechten tegen het feit dat we rechtgetrokken worden. Dit zou wel eens de reden zijn dat we ons volle inzet voor de tijden van rechtop zitten opgeven of verminderen.

Ik geef toe. Het is moeilijk te mediteren als je juist iemand belogen of belasterd hebt. Wanner je je gewenteld hebt in roddels en gulzigheid. Maar we kunnen onze houding altijd corrigeren, zowel innerlijk als uiterlijk. Als we het niet opgeven dan kunnen we ons terug afstellen op onze essentiele waarde- onze essentiële oprechtheid. Door onze innerlijke waarde te ontdekken beginnen we echt te leven volgens de waarden waarin we geloven en kunnen we sorry zeggen wanneer we hierin falen. Ben je nog aan het luisteren
Laurence


Tuesday Lent Week One
 
Do you think of yourself as an ‘upright person?’
 
-Do you mean a respectable member of my community who keeps to the standards and values of my group?
 
Kind of. What else does upright mean?
 
-Sitting or standing with your back straight
 
Or being of greater length than width.
 
-So what’s the point of this?
 
The point is to suggest there is a connection between sitting upright in meditation and living in an upright way - being moral, fair, kind, true.
 
-All I have to do is have a good physical posture then and I will be a good human being?
 
If only. No, but when we meditate we are told to sit in a ‘good’ posture which means with the back straight. This helps breathing and the discipline of stillness during the meditation and therefore helps us meditate. There is a link between physical posture and mental alertness and clarity – and even the sense of purpose that lies behind meditation. It is usually more difficult to meditate if your posture is slouched, lazy and uncomfortable
 
-But could I meditate and be a cheat, liar and heartless exploiter of the weakness of others? Could meditation help me escape my conscience and make me better focused on my bad actions?
 
Maybe for a while, of course, but I think it would be unsustainable. In meditation as we sit in stillness we move. The deeper the stillness the greater the acceleration. This still movement takes us into our essential, interior uprightness. (We are essentially upright). Along the way we encounter interior postures of mind, maybe recent or well-established, maybe on the margins of our personality but also possibly in what constitutes our personality – and these postures may contradict our essential uprightness. They can be twisted and deformed aspects of ourselves.
 
-Facing these will be very hard, then, and we will fight against being straightened out. It’s probably why we abandon or reduce our full commitment to the times of sitting upright.
 
I agree. It’s hard to meditate if you have just lied or slandered someone, had an orgy of gossip or over-indulged. But we can always correct our posture, inner as well as outer. If we don’t give up we can re-align ourselves with our essential value – our essential uprightness.
By discovering our inner value, we truly begin to live by the values we believe in and we can say sorry when we fail to do so. Are you still listening?
  

0 Reacties

maandag 19 februari 2018

2/20/2018

0 Reacties

 
Foto
Het is moeilijk over de spiritualiteit van de Vasten te schrijven met de schreeuw van Rachel die ook onze publieke ruimte bezet.
 
Hoor het klagen in Rama, het droeve geween. Rachel schreit om haar kinderen en wil niet getroost worden, omdat ze er niet meer zijn. (Jer.31:15)
 
De families in Parkland Florida, de gestoorde natie waartoe zij behoren en de leden van de menselijke familie waar dan ook die er van af weten, zijn pijnlijk geraakt door deze schietpartij op de middelbare school. Het beeld van de pathetische, gebroken dader, die uiteindelijk de aandacht kreeg waar hij naar hunkerde, echter niet de aandacht die hij zocht, roept het gevoel op van hopeloze machteloosheid op die we weldra contempleren in de Goede Week.  De 19-jarige Nikolas Cruz is geen Christusfiguur, maar het zou een vreemde christen zijn die in hem geen Christus kan zien. Met dit incident, bij het begin van de vasten, is het Kruis vroeg tot ons gekomen, en wordt de aandacht voor even van ons zelf weggerukt. Het confronteert ons met het mysterie van de diepe duisternis waar elke tocht zoekend naar het licht, zich doorheen moet gaan en doorheen worstelen.
 
In het aanzien van de hulploosheid van andere mensen weten we niet wat zeggen of doen.  We zouden graag helpen, troosten, uitleggen, maar met alle goede bedoelingen kunnen we niets aanvangen. Het moeilijkst van al – maar het meest waardevol – is niets doen. Maar gewoonlijk omzeilen we hulpeloosheid met platitudes (gemeenplaatsen) en het spreken over gebed.  Oncomfortabel bij het horen van onze eigen stem, proberen we zo snel mogelijk weg te komen.
 
Bitter verdriet probeert te ontsnappen uit de gevangenis van zijn angst en eenzaamheid. Steeds meer wordt in onze welgestelde cultuur van nepvrijheid en beperkte mogelijkheden,  aan dit hoogst intens lijden de minste zorg geboden. Zonder voldoende aandacht en balsem voor de gekwetste ziel kan er nauwelijks iets voorkomen dat eenzaamheid muteert naar waanzin. Onze menselijke mogelijkheden ten overstaan van eenzaamheid zijn beperkt. We kunnen met de pijn omgaan door ze naar binnen te keren en onze eigen psyche vernietigen. We kunnen er aan proberen te ontsnappen door het door te geven aan anderen. Of, gesteund door de liefde van iemand die weigert op te geven, kunnen we de angstige droefheid van onze ziel moeizaam transformeren in vrede en medeleven.
 
Ten tijde van collectieve tragedie kunnen gebeden van politiekers tijdelijk enige opluchting (verlichting) geven: zelfs de meest disfunctionele en oppervlakkige persoonlijkheden kunnen een soort ouderlijke rol vervullen voor mensen in crisis. Toch is gebed zonder actie naar de oorzaken van het lijden een nepgebed, een bedekte maar opzettelijke afleiding. Het is pervers want het werkt feitelijk mee en behoort tot de duisternis en de bijtende misleiding die de pijn veroorzaakt.
 
Onze vastentijd moet doorgaan in solidariteit met het wenen van de Rachels van Parkland en alle andere nog komende Rachels. Het zal niet tevergeefs zijn als we eerlijk werken om de valse stemmen en zelfbedrog uit onze eigen binnenkamer te verdrijven.
 
Laurence
​


Monday Lent Week One
 
It is hard to write about the spirituality of Lent with the cry of Rachel filling the public space we occupy.
 
A voice is heard in Ramah, lamentation and bitter weeping. Rachel is weeping for her children; she refuses to be comforted for her children, because they are no more. (Jer 31:15)
 
The families in Parkland Florida, the soul-sick nation it belongs to and the members of human family anywhere who know about it are painfully penetrated by the tragedy of the high school shooting. The image of the pathetic, broken perpetrator, finally getting the attention he craved but not the kind he was looking for, evokes the sense of hopeless helplessness that we will soon contemplate in Holy Week. Nineteen-year-old Nikolas Cruz is not a Christ-figure but it would be a strange Christian who could not see Christ in him. In this incident, at the beginning of Lent, the Cross has come to us early, wrenching our attention away from ourselves for a while. It confronts us with the mystery of the thick darkness that any journey into the light must pass through and struggle with.
 
In the face of other people’s helplessness we don’t know what to say or do. We would like to help, console, explain but we are disarmed of all these means. Hardest of all – and yet most valuable – is to do nothing. But we usually escape helplessness through platitudes and talk of prayer. Uncomfortable soon with the tone of our own voice, we beg to leave and move on.
 
Bitter sadness seeks to escape from the prison of its anguish and loneliness. Increasingly in our affluent culture of fake freedom and limited opportunity, those suffering most intensely are offered least care. Without sufficient attention, and balm for the damaged soul, little can prevent loneliness from mutating into madness. Our human options in the face of loneliness are limited. We can deal with the pain by turning it inwards and destroying our own psyche. We can try to escape it by inflicting it on others. Or, with the love of another refusing to give up on us, we can, with difficulty, transform the angry sadness of our soul into peace and compassion.
 
The prayers of politicians at a time of collective tragedy may give some temporary, formal relief: even the most dysfunctional and shallow of personalities may occupy a kind of parental role for the people in a crisis. Yet, prayer without action on the causes of the suffering is fake prayer, a cover-up and deliberate distraction. It is perverse because it actually participates in and belongs to the darkness and corrosive deception that causes the pain.
 
Our Lent should continue in solidarity with the weeping Rachels of Parkland and all those other Rachels to come. It will not be empty if we work honestly to cast out the false voices and self-deceptions from our own inner room.

Laurence 

0 Reacties
<<Vorige
    Foto

    Auteur

    Laurence Freeman leidt de WCCM. Hij schrijft elke vasten dagelijks een tekst.

    Archieven

    April 2018
    Maart 2018
    Februari 2018

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed

Deze website maakt
gebruik van cookies
(c) 2020  Christelijke Meditatie België  vzw   disclaimer  -  webmaster
  • Start
  • Wat is mediteren?
    • wat is mediteren? >
      • hoe mediteren?
      • getuigenissen
      • in groep
      • faq
      • start een groep
    • start to meditate
    • 366 dagen mediteren
    • met kinderen
    • met jongeren >
      • stil
      • stiller
      • stilst
    • vorming >
      • van woord naar stilte
      • het essentiele onderricht
      • lesbrieven >
        • jaar 1
        • jaar 2
        • jaar 3
      • onderricht van John Main
    • en Francais
  • activiteiten
    • online meditatie
    • 6 maart colloquium
    • foto's en video's
  • WCCM
    • wat is WCCM?
    • activiteiten
    • John Main
    • Laurence Freeman
    • Bonnevaux
    • oblaten
    • a contemplative path through the crisis
    • Wccm media
  • inspiratie
    • nieuwsbrief
    • boeken
    • lectio
    • artikels
    • teksten advent
    • teksten vasten 2021 >
      • god is er al
    • meditatief
    • filmpjes
  • meditatiegroepen
  • contact
  • steun ons