Niets is zo wonderbaarlijk als een kind dat verlangend uitziet naar iets, in de volle overtuiging dat wat zal komen hem het meest fantastische genot zal geven. Het evangelie van vandaag spreekt over een ‘gevoel van verwachting’ bij de omstanders bij het horen van het goede nieuws uit de mond van Johannes De Doper. Wat hij verkondigt, beroert hen zodanig dat ze durven te hopen. We zien dat ook bij presidentscampagnes. Tijdens de voorverkiezingen duiken kortstondige ‘Messiasfiguren’ op die mensen hoop geven, die blijft duren tot ze voor de zoveelste keer ontgoocheld worden. Niets is droeviger dan iemand, die durfde te hopen, wiens verwachtingen in duigen vallen en achterblijft met alleen nog resten fantasie, die omslaan in cynisme en wanhoop.
Het goede nieuws dat de menigte verlangend deed uitzien en hen voorbereidde op een grote, maar radicale uitdaging, namelijk de komst van Jezus, was eigenlijk vrij duidelijk. De mensen vroegen Johannes – de profeet van toen – wat hen te doen stond. Die vraag is ook nooit ver van onze gedachten. Johannes’ antwoord plaatste hen evenwel met de twee voeten op de grond, en dat is net wat we verlangen, wanneer we onze fantasie achterwege laten: vrijgevig zijn tegenover hen die het minder goed hebben, eerlijk zijn tegenover degene met wie je handelt en tevreden zijn met wat je hebt, als je genoeg hebt. Waarom klinkt die raad vandaag zo waar en wekt ze zo’n grote hoop? Omdat ze zowel de authentieke grond van hoop openbaart, alsook de werkelijke betekenis van verwachting. Net zoals de vasten een gezonde vorm van onthechting betreft, gaat het in de advent over durven te hopen op een realistische manier. Vooraleer we beginnen te zien wat hoop echt betekent, moeten vele illusies en dromen worden doorprikt. Voor wie mediteert, is het de mantra die hem of haar medogenloos terugwerpt op de nuchtere realiteit en illustreert waarom contemplatief bewustzijn de ‘snelste’ manier is voor de mensheid om hoop te ontwikkelen. Het onheil van extern terrorisme, die onschuldigen treft tijdens hun werk of vrije tijd, is te vergelijken met de inwendige vorm van terrorisme van sociale verwachtingen en economische corruptie. Beide vernietigen hoop en veranderen verwachting in angst en woede. Het goede nieuws is dat we wel degelijk iets mogen verwachten dat niet zal teleurstellen. Het lijkt van ver te komen, maar is eigenlijk heel dichtbij. Als het er is of aanwezig komt, zullen we het wellicht niet herkennen, omdat het zo gewoon lijkt. Maar we weten dat het datgene is waarop we wachtten, omdat het ons verandert, zelfs als we langzaam proberen uit te zoeken wat het is en wat het betekent. Als vasten over zelfbeheersing gaat, gaat advent over geduld. Beide zijn evenwel vreugdevoller en positiever dan ze klinken. Zowel het kind dat verlangt naar kerstcadeautjes, als de volwassene die uitziet naar het geschenk van Kerstmis zelf, tonen beiden de moed om te hopen en het vertrouwen om te wachten. Vertaling: Liselotte Anckaert, 12 december 2015
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Laurence FreemanHij is geestelijk leider van WCCM-internationaal. Ter ondersteuning van het innerlijk leven schrijft hij teksten, geïnspireerd door het evangelie en de meditatiepraktijk. Archieven
December 2016
Categorieën |