Begrenzingen lossen zich op eens ze geconfronteerd worden met geloof (vertrouwen). Liefde schuift ze naar een lager niveau van de werkelijkheid, zodat we – desondanks - openhartig kunnen blijven leven. Geduld herdefinieert onze ervaring van tijd, zodat we de toekomst geleidelijk kunnen voelen ontstaan in het heden.
Zeer recente ontdekkingen hebben ons beeld van het heelal getransformeerd doordat nu gevonden is naar wat wetenschappers op zoek zijn sinds Einstein een tip van de sluier, van deze werkelijkheid, liet zien, met de diepzinnige eenvoud die - een eeuw geleden - voor de meesten van ons te moeilijk was om te begrijpen. We hebben zwaartekrachtgolven gevonden. Nu we zien naar wat we uitkeken staan we te popelen om ze terug te volgen naar de laatste grens, de oorsprong van tijd en ruimte, de oerknal zelf. Zoals met spirituele kennis, leiden de ontdekkingen van de wetenschap altijd naar nieuwe vragen en grenzen. St Gregorius van Nyssa en de Paulinische schrijver noemden het 'epiktasis', voortdurend de grenzen van de kennis naar voren duwen. Die dingen vergeten die achter ons liggen en het vooruit reiken naar de dingen die voor ons liggen. Zie Filippenzen 3:13: “ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.” Dit klinkt als eeuwig aanbrekende hoop; en dat is het. Maar het blijft niet bij hopen. Het is geverifieerde ervaring. Het beste bewijs is ervaring, zei Francis Bacon, een van de grondleggers van de moderne wetenschap. Het einddoel waarnaar we steeds verder reiken, trekt zich verder terug , de poging ontwijkend van onze linker hersenhelft om het te grijpen en in een concept om te zetten( onze linkerhersenheft tracht alles te be-grijpen), een beeld van de werkelijkheid, een stuk opgeslagen informatie. Maar de rechter hersenhelft weet het in haar eeuwigdurende frisheid, ooit oud en altijd nieuw en is tevreden het te weten zonder het te etiketteren. We beginnen te mediteren met een diepgaande eenvoudige glimp van de werkelijkheid die ons gerust stelt van het bestaan van een innerlijk ontplooiende wereld: het Koninkrijk binnenin, de grot van het hart, de kleine ruimte die alle dingen die bestaan omvat. In het oneindig kleine klimmen we op tot het oneindig grote. In de diepste innerlijkheid wordt de grens tussen het binnen en buiten overstegen. Als er bewijs gevonden is, is het niet door berekening en meting maar door een ander soort ervaringskennis. Onze eigen geest alleen kan dit soort kennis niet kennen. Maar de wildernis, de conceptuele woestijn van stilte formatteert (maakt ons op) ons voor deze kennis. We weten wat de ‘Geest van Christus’ weet omdat het zijn wil is dat alles wat hij heeft geleerd van de Vader met ons wil delen. Vasten is niet minder dan het leren om beter te leven in de altijd uitzettende en alles omvattende Geest van Christus ( de gezindheid van de Heer-Willibrordvertaling). Laurence Freeman
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Laurence FreemanHij is geestelijk leider van WCCM-internationaal. Ter ondersteuning van het innerlijk leven schrijft hij teksten, geïnspireerd door het evangelie en de meditatiepraktijk. Archieven
December 2016
Categorieën |