Brief van Laurence Freemanevenzeer zullen we ontelbare malen verliezen in elke fase van ons bestaan. God is de menselijke zoektocht die betekenis geeft aan het leven, of we nu al of niet gelovig zijn. De religie wil dat we 'geloven'. God wil alleen maar dat we beminnen. Als we eenmaal een bepaald doel hebben bereikt, worden we snel weer rusteloos. We zullen nooit volledig bevredigd zijn, zelfs wanneer we het gezochte vinden. Na het doorlopen van enkele cycli komen we ofwel uit bij of bij geloof. Ofwel verachten wij deze zoektocht ofwel dalen we dieper af in de draaikolk van de realiteit. We vinden God en op hetzelfde ogenblik verliezen we Hem weer. De mystici van alle tradities begrijpen dit beter dan de 'wijzen en verstandigen'.
Tegenwoordig is dit voor menig verstandig denker een ouderwetse aanname om het menselijk bestaan te verklaren. Ze geloven (en dit is een nieuwe orthodoxie) dat de zin van het leven beter kan omschreven worden als een combinatie van psychologie, economie, sociale wetenschap en neurologie. God is slechts kwalijke fictie. De spirituele dimensie is maar een spiegelpaleis. Het bewustzijn? Wel, we weten nog niet hoe het bewustzijn ontstaat uit de elektrische activiteit van het brein maar het kan slechts een gevolg zijn van materie en niet de oorsprong van alles. Dit nieuwe materialisme is een dogma geworden en creëert zijn eigen vooronderstellingen, net zoals religie doet. Het is een tweedimensionaal humanisme met lengte en breedte, maar geen diepte. Het bespot en miskent de dieptedimensie van de spiritualiteit en verwerpt die omdat ze die gelijk stelt met de meest negatieve aspecten van de religie. Cultureel gezien is dit een recept voor misleiding. Psychologisch verbrandt het de bruggen die ons verbinden met alle wijsheidstradities. Spiritueel gezien zet het ons vast op een drijvende ijsberg waar we kunnen nadenken hoe we onszelf kunnen verbouwen om de God te worden waarvan we niet langer denken dat hij bestaat. Als John Main dertig jaar geleden zei dat de belangrijkste taak er in bestond om de spirituele dimensie te herstellen, is dit nu niet minder waar of minder dringend. Ingevolge zijn achtergrond van diplomatie, rechtsleer en opvoeding was hij buitengewoon praktisch aangelegd. Misschien zijn de echte contemplatieven de minst abstracte en meest persoonlijke van hun tijdgenoten. Hij geloofde dat het herstellen van de spiritualiteit moet starten met zelfkennis en liefde voor onszelf. Als we niet opnieuw in relatie kunnen treden met onszelf zoals we zijn, hoe kunnen we dan echt in relatie treden met iets of iemand anders? Lees je graag de volledige brief? |