Weg gaan, op weg, op zwerftocht …
…ergens ligt dat diep gegrift in het mensenhart. Een stukje van ons cultureel verleden – onze verste voorouders behoorden tot de zwerversvolkeren – dat in onze genen is blijven hangen. De stille wenk, de aantrekkingskracht van het ongeordende in de natuur. We verliezen ons daar graag in, heel letterlijk, en laten ons dan gewoon verder dragen door onze voetstappen. Zij halen ons weg uit al wat wij, gesettelde mensen, van onze wereld hebben gemaakt. Bij dat doelloos, dolend op weg gaan kan het soms gebeuren dat wij plots elk spoor zijn kwijtgeraakt, elk referentiepunt. Wij weten niet meer in welke richting het nu verder moet. Angstig beginnen wij dan rond te lopen, op zoek naar een teken, naar een spoor. Mocht je dit ooit hebben meegemaakt, dan heb je zeker ook dat gevoel van opluchting gekend, toen je onverwachts terug op een paadje terecht kwam, dat geruststellend vertrouwen dat een weg, die daar gewoon ligt, ons kan geven. Een begane weg heeft altijd iets geruststellend. Hij komt ergens vandaan en gaat ergens naar toe. Anderen kwamen er langs. Ook zij wisten waar ze naar toe wilden. Een pelgrimstocht heeft daar veel van. Het begint met het loslaten van heel wat. Weg van het over geordende en hyper gestructureerde alledaagse, dat zo gemakkelijk tot innerlijke chaos kan leiden. En terug naar dat spontane, naar die rustige ongedwongenheid, die ons in de natuur zo aanspreekt. Maar bij algemene doelloosheid kan het ook niet blijven. Ook daar moeten wij ergens op een reeds begane grond zien te geraken. Dit geeft richting aan ons trekken. Een pelgrim haalt het niet allemaal uit zich-zelf. Hij laat zich opnemen in de traditie. Hij stapt in de voetstappen van anderen die reeds voor hem optrokken langs dezelfde weg… Dit is waar voor de ‘uiterlijke weg’. Denk aan de vele camino’s die naar Compostella leiden. Onze tocht lijkt op dat vlak misschien een uitzon-dering. En toch, de weg die wij volgen is voor een deel de route en de bestemming die vele pelgrims naar Chartres brachten. Het labyrint in de kathedraal verwijst naar de innerlijke weg die wij gaan, nu eens dicht bij en dan weer veraf van het centrum. Voor ons gaat het ook meer om die weg. Wij volgen daarbij een vroeg-christelijke traditie die door Cassianus (4e eeuw) vanuit zijn eigen ervaring naar het Westen werd gebracht. De stille momenten van meditatie zijn als oases, waaruit wij gelaafd en verkwikt de innerlijke tocht weer verder zetten vanuit het wonder van ons bestaan. Niettemin blijft die weg, voor elk van ons enkel een stuk van een veel langere weg, een weg doorheen ons innerlijk landschap, met ons eigen verleden en onze eigen toekomst. Dat maakt die weg ook heel persoon-lijk. Waar deze weg juist begon, en waar die precies zal eindigen, is voor elk verschillend. Zelfs niet uit te maken. Wellicht is het pas naarmate we verder gaan op die weg, en naarmate we meer oog krijgen voor dat innerlijke landschap, dat ook het beginpunt zich zal uittekenen.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |