Evagrius ( 345-399) spreekt over contemplatie als het aan de kant zetten van gedachten. De continue stroom van gedachten wordt los-gelaten. Er wordt niet meer geïnvesteerd in beelden en in gedachten, integendeel ze worden allemaal losgelaten, er wordt geen aandacht meer aan gegeven. Telkens er een gedachte of een beeld opkomt laten we deze los door onze aandacht te richten op een woord, een gebedswoord, een’ formula‘ (Cassianus ong. 360), een mantra. Het is belangrijk dat dit woord geen gedachten oproept en bij machte is onze aandacht te bundelen. Door de focus van onze aandacht op ons woord te richten dringen we doorheen de wolken van onze gedachten. Het is onze ongedisciplineerde gedachtestroom die ons belet om bewust te worden van de diepere werkelijkheid waarin wij wortelen. Deze diepere werkelijkheid is er altijd, maar wij zijn meestal afwezig doordat wij zo gemakkelijk afgeleid worden en liever investeren in onze gedachten over die werkelijkheid. In de christelijke traditie is de diepere werkelijkheid de Liefde zelf die ons persoonlijk aankijkt in Jezus Christus. Deze diepere werkelijkheid kijkt ons aan en wil ons beminnen. Deze Liefde is echter zo nederig dat ze pas kan binnenkomen als wij er plaats voor maken, als onze gedachten verdwijnen komt Hij binnen zodat zijn gedachten de onze worden, zodat wat hij wil onze wil wordt. Zoals Meister Eckhart het uitdrukt: in de mate dat wij uit onszelf treden en onszelf vergeten, in die mate komt Hij bij ons binnen.
Als de wolkenhemel van onze gedachten minder dicht wordt kan de zon de aarde verwarmen. Telkens wij mediteren groeien we weg uit de illusie van onze zelf gecreëerde werkelijkheid en wortelen we méér en méér in de goede grond, de vruchtbare grond waarin alles tot bloei en wasdom komt.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |