Eén van de grote christelijke leraressen in het bidden is de zestiende-eeuwse Spaanse non Teresa van Avila. Zij gebruikt een sprekend beeld om de verschillende stadia van het bidden te illustreren: ze beschrijft de ziel als een tuin waarin de aanwezigheid van God het water is dat de tuin nodig heeft om te kunnen bloeien. Het water komt langs vier verschillende wegen naar de tuin: geschept uit een put, via een scheprad, uit een bron en door zware regenval. Elke volgende methode is minder bewerkelijk dan de vorige en is beter voor de tuin. De regen is er “wanneer de Heer zelf de tuin bewatert zonder enige inspanning van onze kant; en deze methode is onvergelijkbaar veel b eter dan alle andere”. Ze gaat verder door elke methode van “bewatering” uit te leggen als een andere vorm van bidden. De eerste drie zijn allemaal vormen van meditatie die enige inspanning van onze kant vragen, maar de laatste is de contemplatie waarbij alleen God aan het werk is en wij de passieve ontvangers zijn van Zijn aanwezigheid. Het doel van de meditatie is: klaar zijn om te ontvangen wat God ons geeft, en aan enkele mensen kan Hij contemplatie geven. Meditatie is ons werk, contemplatie is Gods werk. Interessant genoeg maakt de aanwezigheid van de gave van de contemplatie volgens Teresa iemand nog niet tot een heilige. Ze stelt dat het antwoord van de contemplatief in zijn dagelijks leven de sleutel tot zijn heiligheid is en zij is vermaard om de uitdrukking “God tussen de potten en pannen” om precies aan te geven wat volgens haar de aard van de heiligheid is. Haar model is meditatie die leidt tot contemplatie die vervolgens leidt tot een edelmoedige geest in het dagelijks leven; dat is voor Teresa het ware contemplatieve leven.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |