ZELF-LOSLATEN
De essentie van de evangelische boodschap en de essentie van meditatie is niet zelfonderzoek maar zelftranscendentie of zelf-loslating. Jezus zegt het zo bij Mattheüs: “Als iemand mij wil volgen moet hij zichzelf loslaten”. (Mt.16,24) In deze tijd is er héél wat interesse voor het spirituele leven die zijn oorsprong vindt in de psychologie. Veel mensen zijn geïnteresseerd in gebed en meditatie in de mate dat het hen iets leert over henzelf. Heel gemakkelijk wordt alles bekeken vanuit de bril van zelfverbetering, zelfverstaan, enz. Deze fascinatie voor zelfverbetering en controle over zichzelf kan vernietigend zijn voor de spirituele reis. Het is werkelijk een valkuil. Als we het verband beginnen te zien tussen grotere zelfkennis en meditatie, raken we gefascineerd door deze ontdekking. Door deze fascinatie gaan we de psychologische verkenning van onszelf ondernemen. Héél snel zien we dan dat we de pelgrimstocht van de meditatie, welke een pelgrimstocht is naar onbegrensde kennis en wijsheid, verlaten hebben. We stellen vervolgens vast dat we vastgelopen zijn in de geïsoleerde begrensde kennis en we lopen bijgevolg vast in ons eigen isolement. Het is een echt gevaar, wanneer we zo gefascineerd worden door onszelf, dat we vergeten dat we op pelgrimstocht zijn in het mysterie van God zelf; Zoals Jezus het uitdrukt :” Als iemand een volgeling van mij wil zijn dan moet hij zichzelf achterlaten.(Mt.16,24). Zonder twijfel kunnen we zeggen dat de tocht toch wel veeleisend en lastig kan zijn. Alle aandacht voor onszelf moet losgelaten worden, alle ideeën en alle denkbeelden moeten plaats maken voor onze blik in de diepte voorbij alle woorden en beelden. De persoon die mediteert is als het oog dat kijkt maar zichzelf niet ziet. Het is een reis die geloof en vertrouwen vraagt, een vertrouwen in datgene wat voorbij onszelf is en ons overstijgt. Deze reis vraagt dus nederigheid. De nederigheid om het denken over onszelf stop te zetten. Dat betekent dat we moeten stoppen met onszelf constant te evalueren in hoeverre we al gegroeid zijn. Het probleem is o.a. als we beginnen te mediteren dat we onszelf voortdurend afvragen of we al enige vooruitgang geboekt hebben. We moeten leren om dit alles los te laten. Dit is inderdaad een echte uitdaging en dit is ook de reden waarom we onze mantra van het begin tot het einde moeten zeggen. Dit is iets dat je héél, héél duidelijk moet verstaan: als je wil leren mediteren, dan is het nodig om dit elke dag te doen, elke morgen en elke avond en als je dat doet is het nodig de mantra blijvend te herhalen van het begin van de meditatietijd tot het einde, zonder ophouden. Welke gedachte er ook bij je opkomt, hetzij een goede gedachte of een religieuze gedachte of een kwade gedachte laat ze gaan en keer terug naar je mantra (gebedswoord). Dat betekent dat we de ganse handel van zelfevaluatie van succes of falen van vooruitgang of achteruitgang stop zetten. Meditatie is de weg van eenvoudigweg zijn.(to be). Te zijn wie je bent in de aanwezigheid van God. Te zijn wie je bent in uiterste eenvoud. En daar leidt de mantra ons naartoe wanneer we leren eraan trouw te zijn. John Main
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |