![]() Dikwijls bleef Franciscus, zonder zijn lippen te bewegen, in diep genieten aan Hem denken en doordat hij de buitenwereld in zijn innerlijk leven betrok en die van daaruit beleefde, werd zijn geest er niet door belemmerd en kon deze ongehinderd opstijgen naar het hoogste. Hij richtte zich in heel zijn denken en begeven op één doel en wilde van zijn Heer slechts dit ene verkrijgen, dat hij blijvend in zijn nabijheid mocht zijn. Deze alinea uit de beschrijving van Franciscus’ gebedsleven door Thomas van Celano mag men wellicht interpreteren als een beschrijving van de contemplatie als hoogste vorm van bidden. Het gaat over het woordeloos gebed dat de levende bron wordt voor een actieve levensstijl en bestaat in een blijvend beleven van Gods nabijheid. Bidden is geen aparte daad meer naast andere vormen van activiteit, maar bidden is leven geworden. Bidden, vereenvoudigd tot een genietend samenzijn met God. Het is een opstijgen of verzonken zijn in het hoogste van een verinnerlijkt leven. Daarom besluit Celano zijn beschrijving als volgt: Je kon van hem niet meer zeggen dat hij bad: hij was louter gebed geworden. Zijn verblijf in grotten, kleine veldkapellen en kluizenarijen is voor Franciscus van uitzonderlijk belang geweest voor zijn manier van bidden. Daar heeft hij zijn eigen hart ontdekt als een binnenkamer waar zijn schat verborgen lag: de persoonlijke omgang met God. In deze heilige ruimte wist hij God aanwezig. Hij ging de weg naar binnen, kwam tot inkeer in zichzelf en ontmoette daar God die woont in het ontoegankelijke licht. Dan voelde hij in zich het verlangen groeien om ontvankelijk te worden voor de Geest en zijn inwerking.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |