![]() Eugen Drewermann Ze brachten kinderen bij Hem met de bedoeling dat Hij hen zou aanraken. Maar de leerlingen wezen hen terecht. Toen Jezus dat zag, werd Hij verontwaardigd: ‘Laat die kinderen bij Me komen, en houd hen niet tegen, want van zulke kinderen is het koninkrijk van God. Ik verzeker jullie, wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, komt er beslist niet in.’ Hij omarmde hen en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde (Mc 10,13-16). Jezus wil dat wij ons hele leven in relatie tot God leren zien. Wij zouden tegenover God het absolute vertrouwen moeten meebrengen, altijd en onder alle omstandigheden terecht te mogen bestaan en te worden toegelaten; Wij zouden de angst moeten verliezen, lastig te zijn en ongelegen te komen. God, zoals Jezus hem ziet, wil dat wij er zijn, en het meest van al wil hij dat wij in zijn liefde geloven. De mensen hebben dan ook volkomen gelijk als ze hun kinderen naar Jezus brengen. Wie zo’n houding van onvoorwaardelijk vertrouwen in zijn leven wil belichamen en meedelen, kan niet anders dan zichzelf in deze kinderen herkennen en hen zegenen, alleen al om hun vertrouwen. Een kind moet men liefhebben, om het eenvoudige feit dat het er is; Het heeft nog niets, het kan nog niets, in zijn wereld gelden de verschillen naar bezit en prestatie niet. Een kind is eenvoudigweg alleen maar, en het verlangt met een indringendheid dat het wordt aanvaard omwille van zijn bestaan. Wat ieder kind tegenover zijn moeder, zijn vader aan vertrouwen en verlangens meebrengt, is precies de houding die wij naar Jezus' mening als volwassenen zouden moeten beleven tegenover God: hetzelfde onvoorwaardelijke vertrouwen, dezelfde vanzelfsprekende ongegeneerdheid, dezelfde ongeremdheid en onverstoorbaarheid, die van levensbelang zijn. Bekeken vanuit de manier waarop wij gewoonlijk leven, komt deze houding van Jezus neer op een volkomen nieuw begin, een wedergeboorte. Alleen in een houding van vertrouwen verovert een kind genoeg houvast om zijn eigen vrijheid te wagen; de achtergrond van dit vertrouwen noemt Jezus God en typeert hij als zijn en onze vader. In zoverre is het voor Jezus een en hetzelfde, de weg naar God te vinden en van mensen onafhankelijk te worden. Religieus een kind te worden betekent voor Jezus nu juist, in psychologische zin, volwassen te worden. In plaats van op een neurotische manier voortdurend een kind te moeten blijven, omdat men voortdurend 'volwassen' moet zijn, wil Jezus juist dat wij het ons permitteren het kind in ons te herkennen en te laten leven, omdat wij alleen zo ertoe komen echt volwassen te worden.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |