![]() Jij die in mij woont met de kracht als van een opspuitende bronwel, vol sprankelend, levengevend water. Ik heb het -tot mijn schade en schande- klaar gekregen om jaar na jaar stenen te verzamelen, en daarmee die bronwel in mij te begraven onder het puin en geruis en eigen drukdoenerij. Ik moet Jou weer opgraven in mij, opdelven in mijn diepste diep, mijn gezicht grondig schoonmaken van jaren lang vuil. Jij hebt er Jouw gelaat in uitgetekend, daar waar Jij verblijf houdt, diep in mij. Wanneer krijg ik het klaar om Jouw beeltenis in wezen weer van blijdschap te laten stralen in dat verfrissend, opspattend bronwater, daar diep, heel diep in mij verborgen? Kom, trek me naar binnen, blijf kloppen aan de poort want ook mijn oren zijn doof geworden, blijf in de nacht want de blindheid van mijn ogen is bijna totaal. Kom, delf op mijn ware gelaat, maak mij mooi, maak van mij Jouw liefste mens, ik kan niet meer zonder Jou, Jij die woont in mij, opborrelende Minnekracht, wassend water dat leven doet. Kom, leef Je uit in mij.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |