![]() Laat ik beginnen met een gedicht van Ida Gerhardt (1905-1997). Het is een gedicht waarin het specifieke van wat wij nu doormaken met spiritualiteit, nog eens scherp wordt gesteld: we zitten in die opgaande lijn maar zitten ook tot op zekere hoogte tegendraads. Onze omgevende cultuur is een cultuur van de volheid en niet van de leegte, een cultuur van lawaai en niet van de stilte, van veelheid en niet van sobere eenvoud. Wanneer u spiritualiteit zoekt en nastreeft, dan moet u het karakter hebben vaneen zalm. Een zalm, waarvan we weten dat die tegen de stroom opwaarts gaat, met zijn staart het water slaat en de stroom optrekt. Ida Gerhardt is een Nederlandse dichteres die zelf geleden heeft aan het verstikkende van de omgevende cultuur waar de geest, de spiritualiteit, versmacht werd. Heel haar poëzie is, naast profetie, ook aanklacht, en tegelijk een realiseren - in de vorm van de dichtkunst - van het andere, van wat men juist zo mist in onze cultuur. De zalmen Zij zijn gegaan. Na middernacht. Stroomop, in voortstuwende stoeten – stroomopwaarts: op de gronden aan. Waar het bereid getij verwacht die krachtens ingeschapen moeten elf stroomversnellingen bestaan, de waterval met staarten slaan; die tartende de zwaartekracht tegen de cataract opgaan. Het is onze roeping om tegen de zwaartekracht, “tartende de zwaartekracht”, om “tegen de cataract op te gaan”, tegen de stroomversnelling in, “en de waterval met staarten slaan”. Ik hoop dat u zich in dit gedicht herkent, en bereid bent – precies wanneer u mediteert – ‘zalm’ te zijn.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |