![]() Thomas Merton Merton stelt tegenover de obstakels van het ego altijd de mogelijkheid van de ervaring van een ‘ware zelf’. Hij gebruikt herhaaldelijk het beeld van het ‘ontwaken’ om de contemplatie te beschrijven. “Contemplatie”, zegt hij, “is een plotse gave van bewustzijn, een ontwaken.”(…) “Het is alsof toen Hij ons schiep,” zegt Merton, “God een vraag stelde, en Hij door ons te doen ontwaken tot contemplatie de vraag beantwoordt.” “Men maakt zich niet druk over de resultaten van wat gedaan wordt.” Merton beklemtoonde: “Men stelt er zich tevreden mee goede motieven te hebben en niet te angstig te zijn omdat men fouten gemaakt heeft.” Wanneer wij beginnen met dit wat hij noemt ‘wandelen met God’, leren wij spoedig ‘niet iets bijzonders te willen zien’ in onszelf. Let op de termen die hij gebruikt om deze ervaring te beschrijven: “[Contemplatie] is dat leven zelf, volledig wakker, volledig actief, volledig bewust dat het levend is. Het is een spiritueel wonder. Het is spontaan ontzag voor de heiligheid van het bestaan. Het is dankbaarheid voor het leven. (…) Het is het levende besef van het feit dat het leven en het bestaan in ons voortkomen uit een onzichtbare bron.” Slechts twee jaar voor zijn dood schreef Merton een essay waarin hij de houdingen van christelijke, hindoe- en boeddhistische contemplatieven met elkaar vergeleek. Hij wees erop hoe zij een traditie delen van ‘verachting voor de wereld’. Maar hij verduidelijkte vlug de betekenis van deze uitdrukking: ‘Dat betekent niet het verwerpen van een realiteit, maar de ontmaskering van een illusie.’
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |