![]() Frederic Gros Concentratie, uniciteit, loslaten. Eén enkel zinnetje, één enkel woord dat je onvermoeibaar herhaalt. Na een paar minuten, na een paar uur, is het geen mens meer die bidt, het is een mens die gebed is geworden. Hij is nog slechts een constante aanroeping van Jezus Christus, en als het lichaam zich langzamerhand verschrikkelijk ongemakkelijk voelt, de geest is verzadigd door steeds hetzelfde te herhalen, de mond afgemat door het geprevel, komt het moment van de heilige schok waarin alle narigheden verdwijnen en plaats maken voor de zuivere rust (hèsychia). Het herhalen gebeurt nu spontaan en als vanzelf, het kost geen moeite, en is volkomen vergelijkbaar met het slaan van het hart. En de monnik vindt volkomen zekerheid in het onbegrensde eindeloze gemompel, in de eindeloze ademhaling van zijn gebed. Als je wandelt is er overigens ook een moment waarop uit de eentonige herhaling van je voetstappen plotseling een volkomen rust intreedt. Je denkt nergens meer aan, geen zorgen plagen je meer, er is niets anders meer dan de regelmaat van de beweging waar je in meegaat. Of beter gezegd, je bent de kalme herhaling van je voetstappen. De Patriarchen die het gebed van het hart hebben onderwezen (bijvoorbeeld Pseudo-Symeon of Gregorius van Byzantium), gingen over het algemeen uit van een zittende, onbeweeglijke houding voor het gebed, met de kin op de borst, een houding waarin een monnik urenlang verdiept bleef in het zachtjes herhalen van dezelfde zin. Het Jezusgebed werd in het Westen gemeengoed door het beroemde verhaal van een anonieme Russische pelgrim uit de negentiende eeuw, die al wandelend prevelde. Het is het verhaal van een simpele ziel die de vermaning van de apostel Paulus ‘bidt zonder ophouden’ naar de letter wil naleven. Een monnik doet hem dan het geheim van het Jezusgebed aan de hand. De brave man trekt zich terug in een tuin en legt zich er verscheidene weken lang op toe het gebed duizenden keren te herhalen (eerst zes-, dan twaalfduizend maal per dag). Na lange dagen van moeite en inspanning, van ontmoediging en verveling, raakt hij uiteindelijk volkomen vervuld van de onophoudelijke aanroeping van de naam van Christus, en wordt het gebed voor hem een onuitputtelijke bron van vreugde en troost. En als bidden voor hem bijna even natuurlijk geworden is als ademhalen, gaat hij op weg en loopt de hele dag door zonder vermoeidheid te voelen. Hij wandelt in hetzelfde ritme als waarin hij het gebed opzegt: onvermoeibaar.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |