![]() de wolk van niet weten Het vijfde hoofdstuk. Dat ten tijde van dit werk al de schepselen die ooit hebben bestaan, die nu bestaan, of ooit zullen bestaan, en al de werken van die schepselen. verborgen moeten worden onder de wolk van vergeten. Maar nu zul je mij vragen: Hoe moet ik over God zelf denken, en over wat Hij is? En dan kan ik je enkel maar antwoorden: Ik weet het niet. Want met deze vraag heb je mij in dezelfde duisternis gebracht, dezelfde wolk van niet-weten, waarin ik jou hebben wil. Want wij kunnen door Gods genade alles weten over alle mogelijke andere zaken, en wij kunnen daarover ook nadenken, zelfs over Gods eigen werken; maar over God zelf kan niemand denken. Daarom schuif ik alles wat ik kan denken terzijde, en kies voor mijn liefde datgene uit wat mijn denken te boven gaat. Waarom? Omdat Hij wel bemind kan worden, maar niet bedacht. Door de liefde kan Hij gevangen en vastgehouden worden, nooit door de gedachte. Hoewel het daarom misschien goed kan zijn zo nu en dan heel bijzonder te denken aan Gods goedheid en heerlijkheid, hoewel dit de geest verlichten kan, en hoewel dat deel kan uitmaken van de beschouwing, toch moet dat, in het werk dat nu voor ons ligt, onderdrukt worden en bedekt met een wolk van vergeten. En je moet er resoluut en vastberaden, met een toegewijde en vurige liefde, overheen stappen, en proberen de duisternis die boven je hangt te doorboren. Tref die zware wolk van niet-weten met de felle pijl van je verlangende liefde, en Iaat in geen geval ooit de gedachte om op te geven bij je toe.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |