![]() Teresa van Avila Je weet dat God overal te vinden is. Welnu, vanzelfsprekend zegt men, dat daar waar de Koning zich bevindt, ook zijn hofhouding vertoeft. Kortom, daar waar God is, is de hemel. Hieraan valt niet te twijfelen. Daar waar Zijne Majesteit is, daar is ook de volheid van zijn glorie. Bedenk dus wat Augustinus zegt, die Hem overal zocht en Hem vond in zichzelf. Denk je dat het voor een verstrooide ziel van weinig betekenis is deze waarheid te begrijpen? Te weten dat ze niet naar de hemel hoeft te gaan om tot haar eeuwige Vader te spreken of om van Hem te genieten en dat het niet nodig is luid tot Hem te roepen? Hoe zachtjes ze ook spreekt, Hij is zo dicht bij ons, dat Hij ons hoort. Zo heeft ook geen vleugels nodig om Hem te gaan zoeken. Ze hoeft zich slechts in de eenzaamheid te begeven om Hem in zichzelf te beschouwen. Ze moet niet verwonderd zijn daar zo’n goede gast te vinden. Ze mag tot Hem spreken in grote nederigheid zoals tot een vader. Ze mag Hem haar noden toevertrouwen en Hem haar leed uitspreken. Dat ze Hem vraagt het te verhelpen, in de overtuiging dat ze niet waardig is zijn kind te zijn. Hou op met alle angstvalligheden, door sommige personen verward met ootmoed. Neen, de nederigheid bestaat niet in het weigeren van een gunst die de koning je wil verlenen, maar wel in ze te aanvaarden en je verheugen over deze genade.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |