![]() Edith Stein Sint-Jan noemt God het rustpunt van de ziel. Dit is een ruimtelijk beeld dat ontleend is aan de natuurwetenschappelijke opvatting van zijn tijd. Volgens die opvatting worden de stoffelijke dingen met alle kracht naar het middelpunt van de aarde getrokken, naar het punt met de sterkste aantrekkingskracht. Een steen die in de aarde zit bevindt zich reeds in een bepaald rustpunt, maar nog niet in het diepste rustpunt, omdat hij nog de mogelijkheid, de kracht en de neiging heeft dieper te vallen, zolang hij niet in het middelpunt is. Zo heeft de ziel haar laatste en diepste rustpunt in God gevonden, als zij ‘met al haar krachten God kent en bemint en van Hem geniet’. In dit leven is dit nooit helemaal het geval. Als zij dus door Gods genade in haar rustpunt is, dan is het nog niet het diepste rustpunt, omdat zij altijd nog dieper in God kan doordringen. Want de kracht die haar naar God toe trekt, is de liefde, en die kan hier altijd nog hogere graden bereiken. Hoe hoger haar graad is, des te dieper is zij in de ziel verankerd, des te innerlijker is de ziel door God gegrepen. Over de treden van de trap stijgt de ziel op naar God, dit wil zeggen tot de vereniging met Hem. Hoe hoger zij naar God opstijgt, des te dieper daalt zij af in zichzelf: de vereniging vindt plaats in het binnenste in de ziel, in de diepste grond van de ziel.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |