![]() Meditatie is een pelgrimstocht naar ons eigen centrum, naar ons eigen hart. We hebben echter geloof en eenvoud nodig en we moeten zoals de kinderen worden. Het vereist discipline en zelfs moed om de eenvoud ervan te betreden. Als we geduldig en trouw zijn, brengt meditatie ons in steeds diepere gebieden van stilte. Het is in deze stilte dat we naar het mysterie van de eeuwige stilte van God geleid worden. Dat is de uitnodiging van het christelijk gebed: onszelf verliezen en in God opgenomen worden. Elk van ons wordt opgeroepen tot de hoogste rijkdom van het christelijk gebed, tot de volheid van het leven. We hebben echter de nederigheid nodig om dit pad over een aantal jaren heel trouw te bewandelen, zodat het gebed van Christus inderdaad de grondervaring van ons leven kan zijn. Meditatie is een geschenk dat zo’n duizelingwekkende proporties kan aannemen dat we er enkel geleidelijk en met zachtheid een antwoord op kunnen geven. Als we eraan beginnen kunnen we er de enorme pracht en wonder niet helemaal van begrijpen. Telkens wanneer we terugkeren om te mediteren, gaan we die realiteit een beetje dieper binnen, met een beetje meer vertrouwen. Omdat meditatie ons leidt naar de beleving van liefde in het midden van ons wezen, maakt het ons tot liefdevoller mensen in ons gewone leven en onze relaties. Niet alleen is meditatie de noodzakelijke basis voor contemplatieve actie, maar het is de essentiële voorwaarde voor een volledig menselijke respons op het leven. De wonderlijke schoonheid van het gebed is dat het openen van ons hart even natuurlijk is als het zich openen van een bloem. Opdat een bloem zich zou openen en bloeien, moet je ze enkel laten zijn; dus als we gewoon zijn, als we zwijgzaam en in de stilte blijven, kan ons hart niet anders dan open komen en kan de Geest niet anders dan doordringen in ons hele wezen. Het is hiervoor dat we gecreëerd zijn.
0 Reacties
![]() De natuur is stil omdat zij niet pretendeert anders te zijn dan zij is, en ze probeert al evenmin te communiceren. Een rots, een boom, de zee, ze zijn niet te vertalen. Door te zijn wat ze zijn, ontstaat er gemeenschap; wanneer wij alles aanvaarden en respecteren, komen we tot de contemplatie van de natuur, wat naar ontzag voor de hele schepping van God voert. In de stilte, door onszelf te zijn in het nu-moment, bewegen we van de contemplatie van de natuur naar de contemplatie van God en realiseren we een harmonie met God, de mensheid en de natuur. Als we eenvoudig onszelf zijn, zijn we stil. Meditatie is het pad van stilte, omdat het ons aanzet tot de aanvaarding en de verering van onze eigen aard. We spelen geen komedie, we nemen geen pose aan noch communiceren iets. Als we tot deze stilte komen, ontdekken we dat we het mens-zijn delen met iedere persoon op deze planeet. Onze wereld, onze steden, onze oorden voor opvoeding, debat, genezing, administratie en productie hebben behoefte aan stilte: niet om te ontsnappen aan de werkelijkheid van onze problemen, maar om een ontmoeting van eenheid tot stand te brengen tussen de gewone realiteit van het mens-zijn en datgene wat ze weerspiegelt en wil vereren. ![]() De eerste stap op het spirituele pad voert naar het verlaten van de massa. Het is de eerste stap op de weg naar jezelf; een innerlijk proces. Het verlaten van de massa maakt de greep van het ego losser.de werkelijke massa waaraan we moeten ontsnappen, de werkelijke gevangenis, bevindt zich in onszelf, maar dat zien we vaak niet zo. We denken dat de massa zich buiten onszelf bevindt en dus gaan we daar tegen tekeer. Toch bestaat de massa, die ons van de vrijheid beroofd, binnen in ons. En deze confrontatie gaan we op een heel eenvoudige wijze aan door met een stil lichaam en een stille geest te zitten. Door elke morgen en elke avond een half uur stil te zitten, zul je de massa ontmoeten. De innerlijke massa bestaat uit de versplinterde zelven die het ego maar blijft aanmaken, stemmen die wedijverend schreeuwen om erkenning, zelfbevestiging en dominantie, al de gewonde delen van onszelf. De massa is altijd wanhopig op zoek naar bevrediging. Het lawaai van de massa is hoorbaar in de vloed van mentale verstrooiing. Het mediteren, het zeggen van de mantra baant de weg door een massa verstrooidheden heen. De mantra leidt naar vrijheid, doordat die naar ons ware zelf leidt. Jezus zei dat de waarheid ons vrijmaakt. Waarheid is geen hoop denkwerk dat ons kan vrijmaken maar is een werkelijkheidservaring van de totale persoon. Gebed is de pure ervaring van waarheid. We gaan het gebed binnen wanneer we mediteren. ![]() Elke weg is waardig, als hij met oprechtheid en toewijding bewandeld wordt. Elke weg is persoonlijk, maar hoeden we ons ervoor een coctail te maken van de verschillende wegen: een beetje yoga, een beetje zen, een beetje gebed van het hart enz. Elke weg (Yoga, Wolk,Tao) wijst steeds naar de essentie van ons zijn. Men noemt dit Purusha, ’Christus’, Tao, gelijkvormige woorden die het ultieme mysterie van de werkelijkheid aanduiden en waaraan men enkel deelheeft als men alle gehechtheden en verlangens loslaat. Tot en met de dood van het eigen ego, om tenslotte de identificatie te bereiken met deze ultieme werkelijkheid die zovele namen heeft maar door geen enkele uitgeput wordt. Dan, zoals Paulus het zegt, ben ik het niet meer die leeft, maar Christus (de Purusha, het Tao) die/dat leeft in mij. De kairos, de uitdaging van onze tijd bestaat erin te komen tot een harmonieuze synthese van de drie dimensies - het lichaam (kosmos), de ziel (intellect), de geest (goddelijkheid)- waaruit wij bestaan, en deze harmonie te beleven in de werkelijkheid van het dagelijks leven. Niet langer de ‘gespecialiseerde’ spiritualiteit van de enkelingen die zich terugtrekken uit de wereld, noch van een leven verankerd in het dagelijkse met enkele momenten gewijd aan de liturgie. Maar wel een spiritualiteit verankerd in het geleefde leven van elk moment, waarbij men de sacraliteit ontdekt van het seculiere, met volle bewustzijn beleefd. Dan is de spiritualiteit geen vlucht meer uit de wereld of een projectie van onze geest maar de beleving van het Leven in het leven, met spontaniteit en diep bewustzijn. Effectief, het is niet door aan het leven te verzaken, door het te vluchten en door sommige aspecten van het leven te verloochenen, dat men de eigen volheid kan bereiken. ![]() 7. Waarin ons doel of het volmaakte geluk bestaat 1. Dan zal in ons het gebed van onze Verlosser volkomen vervuld worden, dat Hij voor zijn leerlingen tot de Vader richtte: Dat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad in hen moge zijn en zij in Ons(Joh. 17,26 en 21); en eveneens: Dat zij allen één mogen zijn, zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U, opdat ook zij in Ons één mogen zijn (Joh. 17,21). Dan zal die volmaakte liefde van God, waarmee Hij ons het eerst heeft liefgehad (1Joh. 4,10), ook in ons hart zijn overgegaan, door de vervulling van dat gebed van de Heer, waarvan we geloven dat het volstrekt niet zonder gevolg kan blijven. 2. Dit zal geschieden als al onze liefde, al ons verlangen, al ons streven, ons pogen, ons denken, heel ons leven, ons spreken, ons ademen, God zal zijn; als die eenheid die de Vader heeft met de Zoon en de Zoon met de Vader, op ons hart en onze geest zal zijn overgegaan. Zoals Hij ons met een oprechte en zuivere en onwrikbare liefde bemint, zo zullen ook wij met Hem verbonden zijn in een eeuwige en onontbindbare liefde, zó intiem met Hem verenigd, dat al ons ademen, ons denken, ons spreken, God is. Zo komen we, zeg ik, tot dat doel waarvan ik sprak, waarvan de Heer in zijn gebed voor ons de verwezenlijking verlangt: Dat zij allen één mogen zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn (Joh. 17,22-23). En ook: Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt, met Mij mogen zijn waar Ik ben (Joh. 17, 24). 3. Dit moet dus de opzet, de gehele toeleg van de eenzame zijn, dat hij het beeld van de toekomstige zaligheid reeds in dit lichaam mag bezitten; dat hij al een voorproef van het heerlijke hemelse leven in dit broze vat mag smaken. Dit, ja, is het doel van de gehele volmaaktheid, dat de ziel, ontdaan van iedere zwaarte van het vlees, dagelijks zozeer opstijgt naar het geestelijke, dat heel haar leven, elke beweging van haar hart, één voortdurend gebed wordt. ![]() Het sacrament van het nu-moment Wanneer God onze gids wordt, staat hij erop dat we hem zonder voorbehoud vertrouwen en alle angst over zijn leiding opzij zetten. We worden langs een pad gestuurd dat hij voor ons gekozen heeft, maar dat we niet kunnen zien, en niets dat we ooit gelezen hebben kan ons helpen. Zouden we op eigen kracht handelen, dan zouden we op onze ervaring moeten vertrouwen. Het zou te riskant zijn om het anders te doen. Maar het is heel anders als God met ons handelt. Goddelijke actie is altijd nieuw en fris, keert nooit op zijn schreden terug, maar vindt altijd nieuwe routes. Dit werk in onze ziel kan niet door slimheid, intelligentie of welke subtiliteit van de geest ook tot stand komen, maar alleen door onszelf volledig opzij te zetten voor de goddelijke handeling, te worden als metaal dat in een mal gegoten wordt, of een doek dat wacht op het schilderspenseel, of marmer onder de handen van een beeldhouwer. Zie elk moment van je leven als een sluier of schaduw waarachter de wil van God op het moment wacht dat jij haar herkent. Dit is het mosterdzaad dat te klein is om te worden herkend of geoogst, het is de schat die niemand vindt omdat ze te goed verborgen is om te kunnen worden gevonden. En wat is het geheim van het vinden van die schat? Dat geheim is er niet. Die schat is overal. Ze wordt ons elk moment, waar we ook zijn, aangeboden. Geloof trekt de sluier weg zodat we de altijd aanwezige waarheid zien. Als we niet in dit licht leven, zullen we nooit geluk vinden, hoe vroom we ook zijn. We zullen de liefelijkheid en volmaaktheid van de goddelijke wijsheid aanschouwen. Geloof verandert de aarde in een paradijs. Daardoor verheft ons hart zich in de vreugde van de nabijheid van de hemel. Elk moment openbaart ons God. ![]() Paaszondag Hij is verrezen Vandaag staan we vroeg op, zelfs na de late wake, en we wandelen naar de oude rechtopstaande rots exact in het midden van Bere Island. We wachten er op het opkomen van de zon. Of het nu helder is en we een grote gouden bol aan de horizon zien verschijnen, er ons aan herinnerend dat elke zonsopgang een mirakel is om te aanschouwen en een wonder om van te genieten; of het bewolkt is en het licht groeit zonder de schittering ervan – hoe dan ook is dit de beste van de paasdiensten. We zijn één met de wereld en al zijn schepselen, onder de zon die schijnt voor goeden en kwaden. Vandaag komt alles samen en toont het ons zijn betekenis – het ascetisme van de vasten, de dagelijkse meditatie, onze lectuur over de diepe mysteries van de eucharistie, het kruis en het lege graf. Nu weten we dat we dit allemaal hebben ervaren en in praktijk gebracht in het licht van de ene die ons toont dat de dood, de grote vijand, onze grote angst, slechts een korte brug is, wel een eenzame, die we allen moeten oversteken. De overlevering van het goede nieuws van Pasen ervaren, is vrij komen te staan ten opzichte van onze oerangst. De verrijzenis van Jezus is, zoals zijn genezingswonderen, een realiteit die ons terug aansluiting laat vinden bij het leven zoals we het zouden moeten en kunnen leven – zonder angst voor de dood, zonder in de ban te zijn van schaamte, erop vertrouwend dat we welkom zijn thuis en dat we zelfs worden afgewend van de zelfverwerping en de zelfdestructie die het donkerste stuk van onze schaduwzijde uitmaken. Zoals zij op wie het licht van de verrijzenis schijnt, leven wij – eenvoudigweg omdat we er ons naartoe keren en het toelaten – ons leven dag na dag op een nieuwe manier. Nieuwheid. De geur van vers brood, nieuwgeboren lammeren, het ontdekken van verwantschap met een ander – allemaal nieuw en nochtans net als de zon altijd aanwezig. Ik zal met u zijn tot het einde van de tijden. Ik ga heen. Het is goed voor u dat Ik heenga. Maar Ik keer terug en dan zal je geen uitleg meer te vragen hebben… Dank voor je gezelschap gedurende deze veertig dagen en veertig nachten, voor het samen delen van deze gedachten net als het samen op weg gaan naar deze Paasdag. Ik hoop dat je gestart bent met het mediteren en dat dit deel blijft uitmaken van je leven. De verrijzenis stuurt ons terug naar dit leven, maar op een nieuwe manier. Meditatie gaat over het ingaan op deze uitnodiging. Gelukkig Pasen, elke dag! ![]() Door middel van stilte kan je je geest grondig reinigen en geef je haar voortdurend een geestelijke bezigheid. Zoals het oog aangezet wordt om goed naar zintuiglijke objecten te kijken, zo wordt een zuivere geest opgetild wanneer ze zich op geestelijke dingen richt. De geest wordt perfect wanneer ze binnenkomt in de sfeer van de essentiële kennis en met God wordt verenigd. Wanneer ze deze koninklijke staat bereikt, is de geest niet langer arm. Dan laat ze zich niet meer meeslepen door valse verlangens, zelfs al werd ze alle koninkrijken van de wereld aangeboden. Probeer zoveel mogelijk je geest te bewaken en je geheugen te oefenen. Wees geduldig in moeilijke omstandigheden en probeert koste wat het kost de geestelijke zegeningen te behouden die je hebt verworven. Zelfs als ze beantwoorden aan je dringendste behoeften, laat niet toe dat je geest in slaap wordt gewiegd. Verplicht jezelf om in stilte te blijven leren en te bidden. Op deze manier zal je in staat zijn om de diepte van de goddelijke schrift en de kracht die erin verborgen is te begrijpen. Korte richtlijnen voor het gebed van het hart:
![]() Als God zelf op een menselijke manier communiceert, door het leven en spreken van Jezus, {…} dan moet er een taal zijn die wonderlijk is, onthullend, transfigurerend, die ons naar het hart der dingen voert. Als we het woord vinden dat ons in het gebed verankert, de mantra die ons stil maakt {….}, ontdekken we iets van de genade en de kracht van echte taal die ons afstemt op Gods communicatie, in een relatie die op een of andere manier zowel spreken als zwijgen is. {…} Zinvolle woorden hebben tijd nodig om te rijpen, ze moeten komen uit de diepte en dus uit de stilte. Taal is geen kwaad, maar door de manier waarop we haar gebruiken, gaat vaak veel verloren als we beginnen te praten. Hier is een van de meest ‘veelzeggende’ verhalen over dit thema. Er werd over abt Apollo gezegd dat hij een leerling had die Isaak heette en volledig was onderricht in alle soorten goede daden. Hij had de gave om zonder onderbreking te bidden tijdens de viering van de eucharistie. Als hij naar de kerk kwam, liet hij niemand bij zich. Hij zei: Alles is goed op zijn eigen tijd, maar er is een tijd voor alles.' Zodra de liturgie voorbij was, vluchtte hij alsof hij wegrende van een brand en haastte zich terug naar zijn cel. Op het einde van de eucharistie is het de gewoonte dat de broeders een stuk brood en een beker wijn krijgen, maar deze man wilde die niet ontvangen. Het was niet dat hij zijn broeders bij het liefdemaal de rug wilde toekeren, hij wilde gewoon het ononderbroken gebed voortzetten dat hij had ervaren tijdens de viering van het Sacrament. Op een bepaald moment werd hij ziek. Toen de broeders dat vernamen, kwamen ze hem bezoeken en toen ze daar bij hem zaten, vroegen ze: ‘Abba, waarom vlucht u weg van de broeders op het einde van de liturgie?’ Hij antwoordde hen: ‘Ik loop niet weg van de broeders, maar van de boze spelletjes van de demonen. Als je in de open lucht staat met een brandende lamp in de hand, waait de wind de lamp uit. Zo gaat het ook met ons. Als we buiten onze cellen blijven rondhangen terwijl we verlicht zijn door de heilige Geest, dooft de Geest in ons uit.’ ![]() Jij die in mij woont met de kracht als van een opspuitende bronwel, vol sprankelend, levengevend water. Ik heb het -tot mijn schade en schande- klaar gekregen om jaar na jaar stenen te verzamelen, en daarmee die bronwel in mij te begraven onder het puin en geruis en eigen drukdoenerij. Ik moet Jou weer opgraven in mij, opdelven in mijn diepste diep, mijn gezicht grondig schoonmaken van jaren lang vuil. Jij hebt er Jouw gelaat in uitgetekend, daar waar Jij verblijf houdt, diep in mij. Wanneer krijg ik het klaar om Jouw beeltenis in wezen weer van blijdschap te laten stralen in dat verfrissend, opspattend bronwater, daar diep, heel diep in mij verborgen? Kom, trek me naar binnen, blijf kloppen aan de poort want ook mijn oren zijn doof geworden, blijf in de nacht want de blindheid van mijn ogen is bijna totaal. Kom, delf op mijn ware gelaat, maak mij mooi, maak van mij Jouw liefste mens, ik kan niet meer zonder Jou, Jij die woont in mij, opborrelende Minnekracht, wassend water dat leven doet. Kom, leef Je uit in mij. |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |