Het woord is een weg naar de stilte
“Indien je leeft in een vertrouwelijke omgang met de woorden van God, kun je ook luisteren naar Gods stilte. De woorden leiden je naar een oceaan van stilte. God is groter dan alles wat de taal van mensen over Hem kan zeggen. Wanneer je de bijbel leest in de geest waarin hij geschreven is, in de heilige Geest, krijg je een groeiende behoefte aan stilzwijgend gebed, aan contemplatie. Alleen daar, in de stilte, kunnen de woorden uitmonden in Gods oneindigheid. Er zijn ogenblikken waarop de woorden hetzelfde schijnen te zeggen als wat het Woord aan Maria Magdalena zei: “Hou Me niet vast – laat los, verdrink in Gods onpeilbare zee.” De stilte, de inwendige stilte waarbij je je neiging om commentaar te geven en te discussiëren achter je laat, schept een capaciteit in je voor het grenzeloze en eeuwige. En deze stilte kun je juist vinden door te luisteren naar het woord van God. Zoals een raket het ruimteschip afschiet en het uit de aantrekkingskracht van de aarde wegstuwt, de oneindige ruimte in, zo kunnen Gods woorden de enge grenzen van menselijke taal door- breken en je wegslingeren in de oneindigheid van God. Zelf ben je in staat een stilte te scheppen die Gods bezoek voorbereidt. Dit doe je door zelfbeheersing in het vermijden van stress, lawaai, onnodige indrukken. Die stilte is ongelofelijk weldadig en maakt je ontvankelijk voor God. Maar er is ook een stilte die alleen God in je kan teweegbrengen, een stilte die overvloeit van leven. In die stilte word je tot zijn instrument omgevormd, word je zelf in de wereld een woord van God.”
0 Reacties
“Meditatie is een observeerbare en meetbare gewoonte – “heb ik deze morgen een volle 20 à 30 minuten gemediteerd ?” Maar door het aanleren van deze gewoonte hebben we ons op een natuurlijke wijze en misschien onmerkbaar in het begin, ontdaan van onze slechte gewoontes waarvan we dachten dat ze deel uitmaakten van onze tweede natuur. Ons leven verandert. We zien het omdat we op een verschillende manier reageren op situaties die altijd bleken dezelfde reacties teweeg te brengen. Vooroordelen verzwakken. Tolerantie groeit. Een niet veroordelende wijsheid die inzicht biedt in de handelingen van anderen komt in de plaats van moorddadige ideeën. Transformatie – het echte doel van de godsdienst – komt op gang ‘hoe, weten we niet’ door de integratie van de innerlijke en de uiterlijke dimensies van ons zelf. En mogelijks worden het innerlijke en het uiterlijke één.
Waarom lijkt het leven zo anders in het licht van de meditatie? Misschien omdat we de beide kanten van de medaille terzelfdertijd zien. De ‘donkere kant’ is altijd de kant die we niet kunnen zien en daarom projecteren we op die kant elk schaduwzijde die we toevallig in onszelf zien. Maar indien we bewust kunnen zijn van die schaduwkant, zelfs wanneer we positief handelen, zullen we de hypocrisie van het eigen gelijk en de huichelarij van de kwaadsprekerij vermijden. Eigenaardig genoeg ligt daar de echte bron van een godsdienstig gezag. Een direct gevolg van die stereoscopische visie van de realiteit is een dieper inzicht in de duisternis van de andere, en daarmee komt er een groter vermogen om te vergeven, onze vijand lief te hebben en brengen we vrede. Het is hard werken, anders zouden we er niet zolang moeten over praten. Vroegchristelijke monniken spraken over dat werk als ‘praktike’. Voor zij dat woord gebruikten om het werk van de dagelijkse spiritualiteit te beschrijven werd het gebruikt in de betekenis van: je kost verdienen, de dingen doen die moeten gebeuren. Het gebruik van dat woord door christelijke monniken om de goede gebedsgewoontes, het gewaarzijn van jezelf en de zelfbeheersing te beschrijven was dus geïnspireerd. Het herinnert ons eraan dat mystiek en moraal met elkaar verbonden zijn, dat meditatie in de praktijk moet gebracht worden en dat het tijd vergt. Het leert ons dat contemplatie het levensdoel is van de mens en geen voorrecht van een spirituele elite. Het is inderdaad een verantwoordelijkheid die we moeten opnemen als we ons menszijn ten volle willen eren. Indien voldoende mensen dat zouden inzien, zou het niveau van de stress in de moderne wereld, de woede en het ongeduld dat we allemaal in ons hebben en onze waarnemingen vertroebelen, alvast kunnen beginnen te verminderen. Meer mensen zouden dan inderdaad beginnen in te zien dat sommige van onze slechtste en oudste gewoontes kunnen veranderd worden en ruimte geven aan waarachtiger en diepere gewoontes van het hart.” “Gelukkig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien.
Deze zaligspreking is de meest verbazingwekkende van allemaal. In het Oude Testament lezen we dat niemand God kan zien en in leven blijven (Ex 33,20). Maar hier wordt ons gezegd dat de zuiveren van hart God zien. Misschien denken we dat zuiverheid van hart voor ons onmogelijk is, of anders nemen we aan dat we pas in een ander leven God zullen zien. Dergelijke gedachten verblinden ons voor de eigenlijke boodschap van Jezus. De ultieme zuiverheid van hart betekent zuiverheid op alle niveaus van ons zijn. Die zuiverheid betekent geen maagdelijkheid of onthouding van seksueel genot en vervulling, maar veeleer het volle, juiste en evenwichtige beleven van alle aspecten van de relatie. In de eerste plaats vraag zuiverheid van hart armoede van geest. Zolang we gehecht blijven aan dingen, gebeurtenissen of mensen of zelfs aan ideeën over God, is het onmogelijk om de eenpuntige visie te ontwikkelen die vereist is om tot zuiverheid van hart te komen. Ook deemoed, zachtmoedigheid of nederigheid is onmisbaar, want zolang er verborgen ambities zijn, vooral spirituele ambities, zoeken we niet de waarheid op zich, maar alleen die aspecten van de waarheid die ons goed uitkomen. Het ontwikkelen van zuiverheid van hart vereist alleen-zijn, wat niet hetzelfde is als eenzaamheid. Alleen-zijn is het vermogen om te rusten in het “zelf” (de geest), in het bewustzijn dat daar alles te vinden is wat nodig is voor het omvormingsproces. Alleen-zijn leert ons dat niemand dit kan doen in onze plaats. De stappen naar zuiverheid van hart kunnen alleen door onszelf worden gezet, hier en nu. Daarom gaan mensen mediteren, omdat dat de meest directe manier is om onze blik voldoende te zuiveren om God te leren zien in onszelf, in anderen en in alles wat er bestaat. De woestijnvaders en –moeders noemen dat “het pure gebed”. Dat is onmogelijk uit te leggen aan wie er nooit een glimp van heeft opgevangen, zoals men ook geen kleuren kan uitleggen aan een blinde. Pas wanner we beginnen te “zien”, zonder de filter van het verstand, komen we stilaan tot de Werkelijkheid. Wanneer we mediteren, luisteren we stil naar het woord in onszelf. Naarmate onze aandacht voor de mantra zich verfijnt, gaan we dieper in onszelf kijken in plaats van naar onszelf, of over onszelf na te denken. Diep in de bron van ons zijn kijken is stilte, tot de dageraad (cfr. Paasmorgen) komt en we “zien” wie we zijn en waar onze plaats is in de eenheid van de dingen. Dan zijn we in God.” “In de pelgrimstocht die het leven is, verwerpen we de gedachten en emoties niet. Maar we erkennen dat als het het doel van deze pelgrimage is om tot de vervulling van Gods pure zijn te komen, we gedachten en emoties moeten overstijgen, met de hulp van een discipline die zacht en licht is. Die discipline is onze meditatie.
We piekeren niet over God en we analyseren niet hoe we ons tegenover Hem voelen terwijl we mediteren. We zeggen onze mantra met absoluut vertrouwen en met een absoluut geloof, want we zijn in de aanwezigheid van de absolute Liefde. Zo wordt in de meditatie ons denken uitgezuiverd, omdat het gegrondvest wordt op de rots die Christus is, en niet op ons ego. Ook onze emoties worden uitgezuiverd en tot vrede gebracht door zijn zachtheid, zijn vergeving en zijn liefde. Ik denk dat het belang van dit alles gelegen is in het feit dat deze helderheid en zuiverheid ons kunnen vrijmaken voor de grootste daad van naastenliefde die we in ons leven kunnen verrichten, namelijk anderen te brengen tot deze puurheid van bewustzijn en helderheid van zien. Niets van wat iemand van ons kan doen voor zijn naaste kan meer betekenen dan deze dienst : de andere brengen tot de realisatie van zijn enorme mogelijkheden – als hij maar zijn bewustzijn kan verhelderen door dat van Christus. Als hij maar zijn emoties kan verhelderen door de warmte van Christus’ liefde.” Een tekst van Guido Stinissen. Meditatie is een weg van omvorming, transformatie en heling, waarbij je als mens geleidelijk aan voorbereid wordt op de eenmaking met God. Sint–Jan van het Kruis gebruikt hierbij het beeld van een natte houtblok die in het vuur geworpen wordt. Hij beschrijft op een indringende manier de geleidelijkheid van deze weg. Een weg waarbij het schroeien nodig is om de donkere sappen uit het hout te drijven. Meditatie is een weg van uitzuivering, heling en bereidt ons voor op de gelijkvormigheid met God onze uiteindelijke heling. De houtblok wordt vuur en je kan onmogelijk nog onderscheiden wat blok en vuur is. Dit proces zelf is de weg, onze weg.
“Het eerste wat het materiële vuur doet als het met het hout in contact komt, is: het geleidelijk droog maken. Het drijft er het vocht uit, het laat a.h.w. het hout schreien, zodat het vocht dat er in zit er als tranen uitstroomt. Vervolgens maakt het vuur het hout zwart en donker en vies. Het doet er een vieze geur uitkomen. Door het hout zo geleidelijk droog te maken brengt het vuur alle lelijke en duistere eigenschappen, die het hout in tegenstelling met het vuur heeft, aan het licht en drijft ze naar buiten. Doordat het vuur het hout van buiten uit tenslotte doet ontbranden en warm begint te maken, gaat het het hout omvormen in vuur; het maakt het hout zo mooi als het vuur zelf." We kunnen gerust stellen dat Jezus ons de contemplatie leert. Wanneer Hij spreekt over gebed, heeft Hij het niet over uitwendige rituelen. In feite waarschuwt Hij ons zelfs tegen de gevaren van uiterlijk vertoon in de godsdienst en in plaats daarvan beschrijft Hij essentiële elementen van contemplatie. Hij zegt ons niet te zijn zoals hypocrieten die graag de aandacht trekken en bewondering afdwingen wanneer ze in het openbaar bidden. Jezus waarschuwt ons tegen de valstrik van het ego, de honger van het ego naar bijval en bevestiging. Dan zegt Hij ons dat wanneer we bidden, dat niet moeten doen met veel woorden, zoals de mensen die denken dat hoe meer woorden ze zeggen, hoe meer ze zullen verhoord worden. Hier hoor je kritiek op de dramatiserende aspecten in gebed. Hij zegt ons dat we zelfs niet moeten zeggen of vragen, want onze hemelse Vader kent onze noden nog voor we ze hebben uitgesproken. Hij zegt niet dat we ons niet in woorden mogen uitdrukken –als mens hebben we er behoefte aan om ons in woorden uit te drukken- maar Hij wil ons duidelijk maken dat we dit niet moeten doen om God over onze noden in te lichten. We moeten God niet tot andere gedachten willen brengen, en we moeten God niet vragen om te mijnen gunste tussen te komen en om me als een speciaal favoriet te behandelen. We moeten niet marchanderen met God in de zin van: “Als jij dat voor mij doet, dan doe ik dat voor U." In al deze eenvoudige gezegden, ondermijnt Jezus een groot deel van de dramatiek van gebed. Vele Christelijke groepen, ook de tv-evangelisten, bouwen hun gebed en hun eredienst op dit soort dramatiseren. Zij rechtvaardigen hun gedrag door een getuigenis te laten afleggen door iemand die plots miljonair is geworden, of door een terminaal zieke die plots genezen werd, nadat Hij naar de kerk was gegaan en God er op een bijzondere wijze had geprezen. Zij vertellen de mensen voortdurend hoe God op die manier hun gebeden en verzoeken verhoort en hen in antwoord op hun gebed op bijzondere manier begunstigt.
Jezus vraagt ons om tijdens het gebed onze zorgen los te laten. Hij zegt niet dat er iets mis is met een natuurlijke bezorgdheid over de problemen die het leven ons geeft, maar Hij zegt wel dat we er ons niet mogen door laten overheersen. Gebed is veel meer dan vragen om te bekomen wat we zouden willen. Een groot deel van de angst die bij de mensen leeft, is in feite stress die voortvloeit uit het feit dat we de wereld niet kunnen veranderen zoals wij het zouden willen. We denken dat er ergens een manier moet zijn om de wereld te veranderen, of dat we, wanneer we het juiste voorschrift zouden vinden, dan de wereld zouden kunnen genezen. Dat is het gebed verengen tot een soort magie. Het is zeker juist dat gebed de wereld verandert, maar pas wanneer het eerst mij verandert. Hij die bidt moet eerst veranderen. Jezus vraagt onze aandacht: “Zet je aandacht en je geest eerst op het Koninkrijk van God” en Hij vraagt ons om in het nu-moment te leven en daarom: “Maak je geen zorgen voor de dag van morgen.” Dat alles vernemen we in de Bergrede en daarin zien we ook de essentiële elementen van contemplatie, namelijk: innerlijkheid, het overstijgen van woorden, vertrouwen, vrij zijn van angst, aandacht en aanwezigheid in het nu-moment.” ![]() Wilfried Stinissen Luister naar wat de dingen je zeggen …
“Wie naar stilte en inkeer streeft krijgt langzamerhand ook een andere verhouding tot de dingen. Stilte, gebed en bevestiging van je diepste leven openen op een nieuwe wijze je ogen. Je leert Gods schepping te bewonderen en er verbaasd over te staan. Meer en meer neem je de dingen waar in hun oorspronkelijke toestand. Naar de schepping kijken met een meditatieve of contemplatieve blik veronderstelt eerst en vooral een luisterende en ontvankelijke houding die de dingen zichzelf laten zijn. Je aanschouwt ze zonder ze te willen beheersen of er beslag op te leggen. Wie altijd maar probeert meester te zijn over alles wat hij in zijn bestaan ontmoet, komt nooit tot een contemplatief gebedsleven. Contemplatief leven betekent de dingen en gebeurtenissen de kans geven hun eigen boodschap te verkondigen. Als je een wandeling maakt in het bos moet je niet gaan denken aan wat je uit het bos kunt halen. Laat eenvoudig het bos tot je komen zoals het op zichzelf is , laat het op je inwerken. Je neemt het niet in je dienst, maar je maakt jezelf ontvankelijk voor wat het bos je te zeggen heeft. Je laat het zijn boodschap verkondigen. Tot een dergelijke ontmoeting met de dingen, in stilte en ontvankelijkheid, kom je niet zonder oefening – oefening in onbaatzuchtigheid, aandacht en stilte. Het is goed zich van tijd tot tijd te dwingen tot rust, de wispelturige gedachten en gevoelens te laten bedaren om stil en vrij te worden. Alleen zo kun je het goede, mooie en heilige in de schepping in je laten binnendringen." |
AuteurJosé Pype, Griet De Rycker, Sicco Claus, Linda van der Zwaan, Hilde Vrancken, Karel Rymen en Geert Van Malderen zochten de teksten. Archieven
Januari 2021
Categorieën |